Jonge burgerhulpverleners zijn zeldzaam. Tussen de 130.000 mensen die een diploma hebben om te reanimeren zitten maar weinig twintigers, zegt de Hartstichting.
Toch zijn ze er wel, burgerhulpverleners onder de dertig. Esther (29) en Martijn (28) hebben beiden een reanimatiediploma. Ze hebben geen medische achtergrond, maar voelden zich wel geroepen om de cursus te volgen. Wat motiveerde hen om zich in te schrijven bij de Hartstichting?
'Het voelde als morele plicht'
Esther heeft haar reanimatiediploma nu bijna twee jaar. Ze werd door haar baas gevraagd om hulpverlener bij het bedrijf te worden. "Toen ik de cursus had gedaan werd me verteld dat ik dat ook voor de buurt kon doen. Dat vond ik wel de moeite waard want ik woon in een dorp, niet heel dichtbij het ziekenhuis. Ik vond het mijn morele plicht, omdat ik het diploma toch had."
Esther is één keer naar een adres gegaan toen ze werd opgeroepen. De ambulance was er toen al, dus ze hoefde niet in actie te komen. "Ik schrok echt toen ik het bericht kreeg. Ik dacht 'o jee, nu wordt er iets van me verwacht'. Maar ik besefte ook gelijk dat ik in actie moest komen, dat ik iets moest doen. Dan is die eerste schrik ook snel weg."
Esther zegt ook dat het oefenen op een pop natuurlijk heel anders is dan in het echt. "Je weet niet wat je aantreft. Je weet niet of er mensen bij zijn die overstuur zijn, hoe het slachtoffer erbij ligt. Maar als je aankomt en je kunt het niet, dan kun je altijd op een andere manier helpen. Door mensen te kalmeren, bijvoorbeeld."
'Je verstijft, je bent nodig'
Ook Martijn vindt het belangrijk om zich in te zetten voor de levens van anderen. In maart van dit jaar heeft hij de reanimatiecursus gedaan en zich daarna meteen ingeschreven bij de Hartstichting. Sindsdien is hij vier keer opgeroepen via een sms.
Je weet dat je misschien wel een leven kunt redden. Dat is best spannend. Je zit even vol adrenaline.
"Je verstijft, je bent nodig". Tijdens een van de keren dat Martijn werd opgeroepen was hij in de supermarkt. Hij liet zijn karretje staan en ging snel naar het adres dat in de sms stond. "Je weet dat je misschien wel een leven kunt redden. Dat is best spannend. Je zit even vol adrenaline."
Bij Martijn is het nog nooit voorgekomen dat hij ook moest reanimeren. Beide keren dat hij naar het adres ging was er al een ambulance. "Dan heb ik zelf niet zo veel meer toe te voegen."
Voordat hij besloot burgerhulpverlener te worden heeft Martijn zich wel even afgevraagd of hij het wel aan zou kunnen, maar dat ook snel weer naast zich neergelegd. "Ik vind dat als je de kans hebt om iemands leven te redden dat je dan niet bang moet zijn om dat te doen. Of het nu wel of niet lukt, je verricht wel een goede daad."
Wat ook meespeelde was dat Martijns ouders na zijn geboorte beiden het diploma haalden. "Ze hebben me altijd gewezen op het nut ervan." Inschrijven bij de Hartstichting was voor hem dan ook een logische stap. "Nederland wordt er een stuk veiliger van.", zegt Martijn.