Nederlandse amateurwielrenners testen epo op de Mont Ventoux
Een groep van 48 goed getrainde Nederlandse amateurwielrenners beklimt vandaag de Mont Ventoux. De ene helft heeft epo gebruikt, de andere helft kreeg een placebo ingespoten. De wedstrijd is onderdeel van een wetenschappelijk experiment met als onderzoeksvraag: werkt deze vorm van doping echt bij wielrenners?
In de wielerwereld is iedereen overtuigd van het stimulerende effect van epo op topsporters. Maar onderzoekers van het Leidse CHDR, een instelling die medicijnen test, hebben grote twijfels. Volgens hen is er nog nooit onderzoek gedaan bij goedgetrainde sporters en nog nooit in een echte wedstrijd.
Tour de France
De wedstrijd van vandaag lijkt op een korte etappe in de Tour de France: 140 kilometer met de finish op de top van de befaamde Ventoux. Het is de finale van een langlopend onderzoek. De afgelopen maanden werden de deelnemers aan de proef een aantal keren geïnjecteerd, moesten ze veel trainen en deden ze inspanningstesten op een ergometer. Zelf weten de mannen niet of ze epo of een placebo kregen ingespoten.
De onderzoekers proberen een professionele wielerwedstrijd zo goed mogelijk na te bootsen. Voor het experiment konden wielrenners tussen de 18 en 50 jaar zich vrijwillig aanmelden. De 48 best getrainde mannen werden geselecteerd.
Onderzoeksleider Jules Heuberger deed in 2012 al uitgebreid literatuuronderzoek naar eerdere epo-studies. Zijn conclusie: epo werkt bij nierpatiënten en slecht getrainde sporters. Of het ook werkt bij topsporters, toont het beschikbare onderzoek niet aan. Sterker nog, het is volgens Heuberger niet waarschijnlijk.
Epo zorgt in het lichaam voor extra rode bloedcellen, die zuurstof vervoeren. Volgens Heuberger kan extra zuurstof een positief effect hebben op je prestaties, tot een bepaald punt. Daarna heeft het geen effect meer. Omdat topsporters door intensieve training dat optimale punt vaak al op natuurlijke wijze bereiken, is het effect van epo bij hen waarschijnlijk te verwaarlozen, is zijn redenering.
Dat epo populair was (of: is) bij wielrenners is voor Heuberger geen bewijs. "Mensen zijn heel slecht in het beoordelen of een middel bij jezelf werkt. Als mensen dat konden beoordelen zouden medicijntesten overbodig zijn." Volgens hem is het goed mogelijk dat wielrenners gingen geloven in de werking doordat het voortdurend door anderen benadrukt werd.
Twee snelheden
Met name in de jaren 90 was epo een veelgebruikt middel in het wielrennen. Er werd gesproken over ‘wielrennen op twee snelheden’: fietsen met en zonder doping.
In 1991 werd het middel op de dopinglijst geplaatst. Pas veel later lukte het de sportautoriteiten om epo ook op te sporen en dopingzondaars te bestraffen. Onder anderen Lance Armstrong, Richard Virenque en Michael Boogerd hebben toegegeven epo te hebben gebruikt.
Om het onderzoek niet te beïnvloeden, horen de deelnemers pas over een paar weken, als het onderzoek is afgerond, of ze epo of een placebo hebben gekregen. Vanavond zal wel bekend worden gemaakt of de epo-renners sneller waren dan de placebo-renners.