Kritiek op afwikkeling faillissement V&D
"Talrijke bedrijven hadden wel interesse in de merknaam V&D, maar kregen niet de kans om te bieden." Media-ondernemer Richard Otto is erg ontevreden over de gang van zaken bij de verkoop van de merknamen van V&D. Curatoren hadden volgens hem veel meer kunnen krijgen voor de merknaam en dat is nadelig voor de schuldeisers.
Samen met enkele andere ondernemers heeft hij een bod van "een paar ton" gedaan. Hij wilde van V&D een huismerk maken voor producten in webwinkels. Ook dacht hij aan pop-upstores in centra van grote steden. "In de zomermaanden zou je dan bijvoorbeeld tijdelijk een Schoolcampus kunnen openen."
De curatoren hadden misschien veel meer voor de merknamen kunnen krijgen.
De naam V&D en de merknamen die onder het bedrijf vielen werden vandaag aan drie andere ondernemers verkocht.
Meer dan een paar ton
Volgens de curatoren hebben er wel degelijk meerdere partijen interesse getoond in de merknaam V&D. "Wij hebben een selectie gemaakt op basis van het zogenoemde biedingsprotocol en zijn toen verder gegaan met de beste biedingen," zegt de woordvoerder van de curatoren. Er wordt gekeken naar de hoogte van de bieding en naar de toekomstplannen van de koper. "Het voorstel van Otto was niet voldoende." Daarbij zegt hij, is de hele merkenportefeuille uiteindelijk voor veel meer dan een paar ton verkocht. Het gaat dan om meer dan alleen de merknaam maar ook over logo's en bijvoorbeeld contactgegevens van leveranciers.
Het is niet bekend hoeveel er precies voor de hele merkenportefeuille is betaald, maar merkonderzoekers schatten dat alleen de merknaam minstens een miljoen euro waard is. Als toch blijkt dat het betaalde bedrag minder is dan wat Otto ervoor over had, gaat hij vervolgstappen ondernemen.
Leveranciers eisen geld
Han Bekke, voorzitter van modebrancheorganisatie Modint, is blij dat V&D verder gaat als webshop. "Dat biedt hoop voor leveranciers."
Maar Bekke verwacht dat schuldeisers weinig zullen zien van het geld dat betaald is voor de merknamen. "Grote kans dat wij achter het net vissen." Veel voormalige leveranciers van V&D, zoals kledingproducenten, eisen geld van de curatoren.
We willen het geld waar we recht hebben.
"We zitten met een ton aan schuld doordat V&D niet wil betalen voor producten die wij al hadden geleverd, maar niet zijn verkocht vóór het faillissement", zegt Edwin Lapre, eigenaar van The Feel Good Company. Dat bedrijf leverde verzorgingsproducten aan de warenhuizen van V&D.
"We willen waar we recht op hebben: een deel van de waarde van de niet-verkochte producten. Maar we krijgen niks te horen van de curatoren. De wijze waarop zij met leveranciers omgaan die nog vorderingen open hebben staan is bij de beesten af."
Volgens de curatoren klopt de bewering niet dat er geen contact is geweest tussen de curatoren en The Feel Good Company. "Er is wel meer dan vijftig keer contact geweest, hun beweringen zijn pertinent onwaar", zegt de woordvoerder van de curatoren.
Toch zint Lapre nog op vervolgstappen. Net als Bekke: de advocaten van Modint zijn bezig om een schadeclaim neer te leggen bij de voormalig directeur en eigenaar van V&D.