Coalitie: bemoeien mag, maar Van der Steur ging net te ver
De regeringspartijen VVD en PvdA vinden het prima dat Kamerleden zich met brieven van een minister bemoeien. Maar er zijn grenzen, vinden ze, en het voormalige Kamerlid Van der Steur heeft die net overtreden toen hij in 2014 een conceptbrief van oud-minister Opstelten van achttien redactionele adviezen voorzag.
Die bemoeienis was wel heel expliciet, vindt VVD-Kamerlid Van Oosten. Maar hij zei daarbij dat "niemand in dit huis een heilig boontje" is. "Natuurlijk, er is dualisme. Maar je moet niet in een kramp schieten." Wat hem betreft vormen Kamer en kabinet samen het landsbestuur. "We moeten het met elkaar zien te rooien."
PvdA'er Recourt gaf destijds commentaar op dezelfde versie - versie 25 - van de conceptbrief van Opstelten. Hij vond dat staatssecretaris Teeven, die de Teevendeal in zijn eerdere functie van officier van justitie sloot, erin genoemd moest worden. Maar met die opmerking is niets gedaan. En Recourt vindt dat hij de kritieke grens van wat wel en niet kan, niet heeft overschreden.
"De grens is dat je niet moet treden in de verantwoordelijkheid van de minister", zei hij. Wat hij uiteindelijk met de opmerkingen van een Kamerlid doet, moet hij bepalen. "Ik heb de uiteindelijke brief niet geaccordeerd." Recourt vindt dat Van der Steur, "zoals hij zelf eerder ook al heeft gezegd", net een stapje verder is gegaan.
'Monddood gemaakt'
De oppositie is zeer kritisch over de bemoeienis van Kamerleden met ministeriële brieven. Dat VVD'ers en PvdA'ers conceptbrieven onder ogen krijgen en andere Kamerleden niet, betekent dat er "eerste- en tweederangs-Kamerleden zijn". Bovendien vinden ze dat de Kamer monddood wordt gemaakt, als de meerderheid van de coalitiepartijen zich van tevoren al verbindt aan het beleid van een minister.Minister Van der Steur zei voor aanvang van het debat dat hij zich nog met een volgende conceptversie van de brief heeft bemoeid. Hij zei dat hij vervolgopmerkingen heeft gemaakt, maar dat die nooit zijn doorgestuurd naar de top van het ministerie en nu onvindbaar zijn. De oppositie vindt dit ongelooflijk. D66 zei dat het wel lijkt of er sprake is van collectief geheugenverlies op het ministerie van Veiligheid en Justitie. "Alsof er iets in de thee zit." De meeste Kamerleden vinden het heel ernstig dat het debat over de Teevendeal niet meer gaat over de som geld die de overheid in 2000 aan een drugscrimineel overmaakte, maar alleen nog over de fouten die gemaakt zijn op het ministerie van Van der Steur.