EU wil landen dwingen migranten terug te nemen
De Europese Commissie wil landen in Afrika en het Midden-Oosten straffen als ze niet meewerken aan de terugkeer van vluchtelingen. Wie wel meewerkt, wordt beloond. De combinatie van wortel en stok moet ervoor zorgen dat vluchtelingen niet meer de Middellandse Zee op gaan om naar Europa te reizen, omdat ze weten dat ze toch worden teruggestuurd.
In maart maakte de EU afspraken met Turkije, waarin dat land zich verplichtte om vluchtelingen tegen te houden. In ruil daarvoor kreeg Turkije miljarden aan financiële steun om vluchtelingen op te vangen. Ook is het de bedoeling dat Turken binnenkort zonder visum naar Europa kunnen reizen. De samenwerking is niet onomstreden, maar de stroom vluchtelingen die via Turkije komt, is wel gestopt.
De Europese Commissie wil soortgelijke afspraken nu ook maken met landen in het Midden-Oosten en Afrika, zei commissaris Frans Timmermans vanmiddag in het Europees Parlement.
De Europese Commissie wil in eerste instantie met zeven landen afspraken maken: Jordanië, Libanon, Niger, Mali, Ethiopië, Senegal en Nigeria. Als dat lukt krijgen zij meer ontwikkelingshulp, handelsvoordelen en geld voor verbetering van de grensbewaking. Zo niet, dan worden ze gestraft, bijvoorbeeld door het korten van ontwikkelingshulp of het intrekken van handelsvoordelen. Later worden er afspraken met andere landen gemaakt.
In november hielden Europese en Afrikaanse landen al een top op Malta. Daar werd de Afrikaanse landen miljarden beloofd voor onderwijs, zorg en voedselprojecten als zij meer afgewezen asielzoekers zouden terugnemen.
Timmermans schreef vanmiddag op Twitter dat de lidstaten ook hun aandeel moeten leveren. Maar de eerste reactie op zijn tweet was veelzeggend: in plaats van "play their part" zou er "pay" moeten staan. Het geld moet inderdaad vooral van de lidstaten komen.
In een interview met Die Welt spreekt Eurocommissaris Avramopoulos van 62 miljard euro die de komende jaren beschikbaar kan komen. Maar dan moet wel iedereen meedoen: de EU, de lidstaten, bedrijven en organisaties. Het gaat om investeringen in de landen die vluchtelingen terugnemen, maar ook om het stimuleren van de handel tussen die landen en de EU.
Bilaterale akkoorden
Met veel landen zijn al bilaterale afspraken. Zo heeft Duitsland dit voorjaar akkoorden gesloten met Marokko, Algerije en Tunesië om makkelijker migranten terug te kunnen sturen. Bondskanselier Merkel belde zelf met de Marokkaanse koning Mohammed VI om daarop aan te dringen.
Een succesvol voorbeeld van bilaterale samenwerking is het akkoord dat Spanje ruim tien jaar geleden sloot met Senegal, Marokko en Mauritanië. Daardoor komen er nauwelijks nog vluchtelingen naar de Canarische Eilanden. Spanje betaalt mee aan de kustbewaking, en subsidieert de politie. Vroeger konden vluchtelingen de vaak onderbetaalde agenten makkelijk omkopen om door te reizen. En landen als Marokko vangen nu meer vluchtelingen zelf op, ook met dank aan geld uit Spanje.
"Bijna handel"
Het is veel moeilijker om gemeenschappelijk op te trekken en daar het geld voor bijeen te krijgen. Op de top tussen de EU en Afrika in november moesten de lidstaten 1,8 miljard euro bijdragen. Dat geld is er nog steeds niet. De vraag is of het nu wel gaat lukken.
En er is scepsis of de Afrikaanse landen wel mee willen werken, zegt EU-correspondent Arjan Noorlander. "Afrikaanse landen hebben er weinig belang bij, het gaat meestal om jonge mannen zonder toekomst en zonder baan, die vaak in de criminaliteit terecht komen. Als ze naar Europa verhuizen, sturen ze tenminste nog wat geld terug naar Afrika. Wat de Afrikaanse landen willen, is gewoon meer geld. Het klinkt cynisch, maar het is bijna handel."