'Kennis over terrorisme weggelekt'
Tussen 2009 en 2012 was er minder aandacht voor terrorisme, waardoor er in die periode veel kennis en contacten zijn weggelekt. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht zagen dat in die periode partijen die samen moesten werken, uit elkaar dreven. Er was vooral weinig aandacht voor de 'zachte' methoden van contraterrorisme, zoals integratie en het tegengaan van radicalisering op scholen en in de wijken.
Het dreigingsniveau stond een aantal jaar op beperkt, wat ertoe leidde dat er weinig mensen op terrorismebestrijding werden gezet. Eind 2012 veranderde de terroristische dreiging en moest er veel weer worden opgebouwd. Dat lukte wel, maar het kostte tijd.
Afhaken
In de Volkskrant zegt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof dat hij zich grotendeels in het onderzoek herkent.
Partners in het contraterrorisme, zoals de ministeries van Sociale Zaken en van Onderwijs, haakten in de onderzochte periode af. Onderwerpen als integratie en sociale samenhang kregen daardoor geen aandacht meer in de bestrijding van terrorisme.
Organisaties die moesten helpen radicalisering tegen te gaan werden opgeheven, zoals het Landelijk Overleg Minderheden. En ook bij de politie verdween de aandacht voor preventie, waardoor er geen contacten meer waren met de moslimgemeenschappen in de wijken.
Kennis bewaren
De onderzoekers vinden dat de opgedane kennis goed moet worden bewaard. Ook moet ervoor worden gezorgd dat er voldoende mensen beschikbaar blijven, ook als de politieke aandacht voor terrorisme verslapt.
Voor de komende tijd is volgens de onderzoekers de politieke aandacht voor terrorisme gegarandeerd. Maar om een echt effectief contraterrorismebeleid te hebben, mag de aandacht niet verslappen als de dreiging het minst zichtbaar is.
De Utrechtse onderzoekers zijn bestuurskundigen en geen terrorismedeskundigen. Ze bekeken het contraterrorismebeleid uit de periode 2011 tot 2015.
Ook minister Plasterk erkent dat in de periode voor 2012 kennis over terrorisme is verdwenen. Volgens hem is de situatie sindsdien verbeterd en was het kabinet er tijdig bij om de trend te keren. Plasterk benadrukt dat bijna alle partijen in de Kamer minder geld wilden uittrekken voor bestrijding van terreur, omdat de dreiging minder leek. Hij vindt dat de les moet zijn dat je moet oppassen voor te grote fluctuaties. Volgens hem is er altijd een neiging als de dreiging minder is te bezuinigen en er juist geld bij te doen als er incidenten zijn.