Wat bezielt iemand om een auto in de fik te steken?
Vlaardingen, Ede en afgelopen nacht ook in Lelystad en Hoogeveen: meerdere plaatsen kampen met autobranden. Alleen al in Vlaardingen brandden er in anderhalf jaar bijna veertig auto's uit. Soms het werk van relschoppers, soms van pyromanen. Beide groepen hebben een eigen motief om auto's in brand te steken, zegt gedragspsycholoog Martin Appelo.
"Relschoppers steken vaak auto's in brand om te ageren tegen het establishment. De auto staat symbool voor burgerlijkheid. Dus door auto's kapot te maken laat je mooi zien dat je daartegen strijdt. Daarnaast zorgt een autobrand vaak voor een indrukwekkend schouwspel, vanwege de brandstof die erin zit."
Dat er over het algemeen geen brandbommen naar binnen worden gegooid bij huizen, komt volgens Appelo doordat de kans op slachtoffers groter is. "Dat leidt tot hogere straffen en dat risico willen de meesten niet lopen."
Sommige pyromanen worden seksueel opgewonden van brandende auto's.
In Vlaardingen en Lelystad gaat het volgens Appelo waarschijnlijk om pyromanen. Bij hen, vaak eenlingen, is er sprake van drang, zegt Appelo. "Die worden opgewonden van brandende auto's." Volgens hem staan pyromanen daarom vaak in het publiek naar het vuur te kijken. "Dat weet de politie ook. Daarom houdt die het publiek vaak goed in de gaten."
Voor sommige pyromanen is de brandstichting als masturberen. "Die worden er seksueel opgewonden van. Dat gevoel willen ze bevredigen door het in brand steken van een auto."
Er is ook een groep die dwangmatig auto's in de fik steekt. Niet zozeer de brand zelf, maar de handeling is daarbij volgens Appelo belangrijk. "Die zien het in brand steken van een auto als een ritueel dat moet worden uitgevoerd om een achterliggende angst te temmen."
Je hebt een groep die graag opgepakt wil worden.
Relschoppers stoppen vaak met het in brand steken van auto's als hun eisen worden ingewilligd of als er morele druk van buiten wordt uitgeoefend door iemand die ze als autoriteit zien: bijvoorbeeld ouders of een geestelijke.
Bij pyromanen ligt dat een stuk ingewikkelder, zegt Appelo. "Je hebt een groep die graag opgepakt wil worden. Die groep heeft vaak problemen en weet dat er dan hulp komt."
Mensen worstelen vaak al tijden met zo'n probleem, maar zoeken niet zelf hulp. "Het is als een gokverslaving: vaak zijn er schulden, en volgt de gokverslaving omdat ze denken dat gokken de problemen oplost. Maar het genot dat daaraan wordt beleefd wordt vaak zo groot, dat de beloning van het gokken groter is dan de wetenschap dat ze hulp moeten zoeken."
Door het besef dat wat ze doen niet goed is, willen ze vaak wel geholpen worden, zegt Appelo. Maar er is ook een groep die dat besef helemaal niet heeft. "Die beleven niet alleen een kick aan brandende auto's, maar ook aan het ontlopen van de politie. Het niet gepakt willen worden wordt dan onderdeel van het spel."
Er zijn meer redenen waarom een pyromaan kan stoppen met zijn daden. "Grote levensgebeurtenissen als verliefdheid en het krijgen van kinderen wakkeren soms het morele besef aan waardoor iemand denkt: waar ben ik mee bezig? Die krijgen dan een soort wake-upcall."
Het is volgens Appelo aannemelijk dat de autobranden deels worden veroorzaakt door copycatgedrag. "Dat mechanisme speelt altijd bij extreme gebeurtenissen, zoals ook bij zelfmoord. Het is niet gek dat dat hier ook speelt. Het publiek kijkt tenslotte ook mee, en is er een grote kans dat mensen een voorbeeld nemen aan anderen."
Hij benadrukt dat brandstichting een grote impact heeft op buurtbewoners. "Brand is bedreigend. Er is vaak grote angst dat het overslaat naar een woonhuis." Het gevolg: mensen worden bang, hangen camera's op en vormen burgerwachten. "Geef ze eens ongelijk. Dat zou ik zelf ook doen als het in mijn straat zou zijn."