Westerveld smult van herinnering aan Liverpools knotsgekke UEFA Cup-finale
Vijftien jaar geleden stond Sander Westerveld in het doel bij Liverpool tijdens een van de spectaculairste Europese finales uit de geschiedenis: Liverpool versloeg Deportivo Alavés met 5-4 na verlenging en won de UEFA Cup. Vanavond is Westerveld weer namens Liverpool aanwezig bij een Europese eindstrijd, maar dit keer als begeleider van VIP's en sponsors.
"Een beetje foto's maken, een hapje eten, anekdotes over vroeger vertellen." De 41-jarige Westerveld vermaakt zich prima in zijn rol bij de Europa League-finale tussen Liverpool en Sevilla. "Ik heb net tijdens de laatste training van Liverpool in het stadion in Basel nog even een praatje gemaakt met Michael Owen."
Owen was ploeggenoot van Westerveld tijdens de memorabele finale van de UEFA Cup in 2001. Het grote Liverpool, dat in de halve finales had afgerekend met FC Barcelona, trof het nietige Deportivo Alavés, de club van Jordi Cruijff. Net als toen komt de tegenstander van de Reds vanavond uit Spanje, maar daarmee houden de vergelijkingen wel op, meent Westerveld.
´In een geweldige flow´
"De situatie is nu heel anders. Toen zaten we in een geweldige flow. Het was een fantastisch jaar: eind februari hadden we de League Cup gewonnen. Een paar dagen voor de UEFA Cup-finale in Dortmund wonnen we de FA Cup. We leefden van wedstrijd naar wedstrijd", weet de toenmalige doelman nog.
"De jongens van nu zijn al veel langer bezig met deze finale. Afgelopen zondag werd het tweede elftal opgesteld bij de laatste competitiewedstrijd. Plaatsing voor Champions League hebben ze een paar weken geleden al verspeeld, maar dat kunnen ze via winst in de Europa League nu alsnog verdienen. Ze zijn helemaal gefocust op deze wedstrijd."
Een ander verschil is dat Liverpool vijftien jaar geleden de grote favoriet was. "Alavés had wel een paar grote namen uitgeschakeld, maar het bleef Alavés. Sevilla heeft de afgelopen twee jaar de Europa League gewonnen. Ze zijn in topvorm en zijn zonder grote problemen in de finale gekomen. Liverpool heeft dit seizoen laten zien dat het fantastisch kan voetballen, maar ze hebben ook mindere wedstrijden gespeeld."
De roemruchte wedstrijd in 2001 in het Westfalenstadion in Dortmund kan Westerveld zich nog makkelijk voor de geest halen. "Het was een van de mooiste en spectaculairste wedstrijden van de eeuw. Hier in Basel begint iedereen er ook steeds weer over tegen me. Zeker voor mij als keeper was het een gekke wedstrijd. Ik moest vier keer vissen in een finale."
Bij rust leek er met een tussenstand van 3-1 nog weinig aan de hand voor Liverpool. "Ik heb in de eerste helft één goede redding kunnen maken en ik kon één keer de bal uit het net halen. En na rust stond het binnen een paar minuten ineens 3-3. Robbie Fowler maakte ruim een kwartier voor tijd 4-3, en vlak voor tijd maakte Jordi Cruijff er 4-4 van."
Pijnlijk voor Westerveld was dat het aantal reddingen voor hem tot één beperkt bleef. "Ik voelde me een beetje een toeschouwer in het veld. Ik zat geen moment in de wedstrijd en voelde me heel ongemakkelijk. Maar ja, na afloop loop je naar die beker en dan maakt het allemaal niet zo veel meer uit."
Want Liverpool won de UEFA Cup na een al even knotsgekke verlenging, waarin toen nog het Golden Goal-principe gold. Van zowel Liverpool als Alavés werd een doelpunt vanwege buitenspel afgekeurd en de Spanjaarden eindigden de wedstrijd na twee rode kaarten met negen man. In de 116de minuut was de beslissing een feit, toen Delfí Geli de bal na een vrije trap van Gary McAllister in eigen doel kopte.
Het was de Golden Goal, dus de finale was meteen afgelopen. Maar bij Westerveld viel het kwartje niet meteen. "Ik zie die bal zo het doel ingaan, maar ik had het de eerste seconden gewoon nog niet door. Ik draaide me juichend om naar de fans en vervolgens weer naar het veld. Pas toen zag ik iedereen vanaf de bank het veld in rennen."
