Nederland toleranter over homoseksualiteit
Nederlanders staan steeds toleranter tegenover homo- en biseksualiteit. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau groeide de tolerantie in alle bevolkingsgroepen, ook in religieuze kringen die van oudsher negatief denken over andere geaardheden.
In 2006 dacht 15 procent van de Nederlanders negatief over homo- en biseksualiteit en dat is nu gezakt naar 7 procent. Over transgenders denkt nog zo'n 10 procent van de bevolking negatief. Dat staat in de LHBT-monitor van het SCP over de acceptatie van lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders.
Toplanden
"Nederland hoort in Europa op dit gebied wel tot de toplanden", zegt hoofdonderzoeker Lisette Kuyper. "Wij waren al positief en worden steeds positiever. Aan de andere kant zie je dat landen die negatief zijn, ook negatief blijven."
Het gaat dan vooral om Oost-Europese landen. "Dat heeft te maken met het politieke debat daar, met de vaak nog dominante rol van de kerk en de wetgeving in die landen. Hier is het allemaal sociaal meer geaccepteerd en daarom zie je de positievere houding overal in de samenleving terug."
In zeven landen staat de doodstraf op homoseksualiteit.
Die conclusie wordt overigens niet gedeeld door Irene Hemelaar, directeur bij de Stichting Amsterdam Gay Pride. Zij heeft het gevoel dat de tolerantie juist minder is geworden.
"Wat ik wel positief vind, is dat mensen die zich geïntimideerd voelen, meer naar buiten treden, waardoor intimidatie en intolerantie meer onder de aandacht komen. Maar we moeten niet vergeten dat er nog 76 landen in de wereld zijn waar homoseksualiteit illegaal is. In zeven landen staat er zelfs de doodstraf op."
Onveilig gevoel
Hoewel de tolerantie volgens het SCP toeneemt, ervaren lesbiennes, homo's en biseksuelen nog wel meer problemen dan heteroseksuelen, zoals intimidatie op hun werk en daarbuiten een gevoel van onveiligheid.
Ook blijkt dat nog heel wat Nederlanders er moeite mee hebben als homoseksuelen in het openbaar hun affectie tonen. 32 procent neemt aanstoot aan zoenende mannen en 23 procent aan zoenende vrouwen. "Op het moment dat het zichtbaar wordt, blijken mensen er toch meer aanstoot aan te nemen", zegt onderzoeker Kuyper.