'Turkse grenswachten schieten Syrische vluchtelingen dood'
Turkse grenswachten schieten op vluchtelingen uit Syrië om te voorkomen dat ze Turkije binnenkomen. Dat meldt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). Er zouden vijf mensen zijn omgekomen en veertien gewond geraakt. Ook zouden vluchtelingen zijn geslagen.
HRW onderzocht zeven incidenten, die uit maart en april dateren. De organisatie sprak met slachtoffers, ooggetuigen en Syriërs uit het grensgebied met Turkije. Drie vluchtelingen - een man, een vrouw en een jongen van 15 - en een mensensmokkelaar werden doodgeschoten, een andere smokkelaar werd doodgeslagen. Acht vluchtelingen liepen schotwonden op, onder wie drie kinderen van 3, 5 en 9 jaar. Zes vluchtelingen werden ernstig mishandeld.
Lichamen
Grenswachten hebben volgens ooggetuigen ook geschoten op mensen die de lichamen bij de grensmuur wilden weghalen. Daarvan zijn opnamen gemaakt. Zes van de zeven incidenten waren bij de grensovergang Khurbat al Juz-Güveççi, het zevende vond plaats bij de Syrische grensstad al-Duriya. De vluchtelingen waren niet lang daarvoor gevlucht uit Aleppo en omgeving.
De organisatie roept Turkije op onmiddellijk een eind aan te maken aan het beschieten van vluchtelingen en een onderzoek in te stellen naar de incidenten. Ook roept HRW op de grens weer open te stellen voor mensen die het geweld in Syrië ontvluchten.
HRW zegt op 4 mei een brief te hebben gestuurd naar de Turkse minister van Binnenlandse Zaken. Er is nog geen reactie van het ministerie bekend.
Eerder berichtte de Britse krant The Independent dat acht Syrische vluchtelingen bij de grens waren doodgeschoten toen ze probeerden Turkije te bereiken.
Teruggestuurd
Human Rights Watch sprak ook met 28 Syrische vluchtelingen die door Turkse grenswachten werden onderschept toen zij met behulp van mensensmokkelaars probeerden de grens over te steken. Ze werden een dag lang vastgehouden en ondervraagd en daarna teruggestuurd naar Syrië. Dat gebeurde met tientallen en soms honderden tegelijk, vertelden de vluchtelingen. Soortgelijke berichten kwamen in april naar buiten via Amnesty International en NOS-correspondent Lucas Waagmeester.
