Ruim een op de drie promovendi aan de Universiteit van Amsterdam is misschien depressief of loopt een verhoogd risico op een depressie. Dat is de conclusie van een onderzoek onder PhD-studenten van de UvA, schrijft onder meer universiteitsblad Folia.
36,5 procent van de ondervraagden (in totaal 433) gaven aan zo veel last te hebben van slechte eetlust, slaapproblemen en droevigheid dat ze volgens internationale normen een grote kans maken op een depressie. Normaal gesproken valt een op de vijf mensen in die risicogroep.
De Amsterdamse promovendi hoorden van een studie van de Universiteit van Californië waaruit bleek dat PhD-studenten aan die universiteit een grotere kans hebben op een depressie dan de gemiddelde volwassene. Dus ging een deel van een jaarlijkse enquête van het promovendi-netwerk UvAPro ook over dat onderwerp.
Remmert Daas(30), voorzitter van UvAPro en zelf PhD-student in de onderwijskunde, organiseerde de enquête. "We vroegen ons af hoe dat bij ons zat en de resultaten waren verbluffend."
Daas vroeg na de enquête rond en veel mensen zeiden toen de signalen wel te herkennen. Opvallend genoeg niet bij zichzelf, maar bij bevriende promovendi. "Daaruit blijkt wel dat er een taboe op rust."
Overigens werden er flinke verschillen geconstateerd tussen faculteiten. Tandheelkunde-promovendi kwamen er relatief het beste vanaf: van hen had maar 21,5 procent een verhoogde kans op een depressie. Op de faculteiten Geesteswetenschappen en Economie & Bedrijfskunde was het beeld minder positief. Daar viel 40 en zelfs 44 procent in de risicogroep.
Valt dit te verklaren?
Komt het doordat promovendi te veel tijd doorbrengen in de boeken? Of doordat vier jaar wel erg lang is om je met een onderzoek bezig te houden? Eisen ze te veel van zichzelf? Daas: "Daarvoor is meer onderzoek nodig. Maar ik denk wel dat deze problematiek niet alleen voor promovendi aan de UvA geldt."
Als je niets publiceert, voel je je al snel een mislukkeling
Sicco de Knecht (28), promovendus neurobiologie, heeft wel een idee. "Dit komt door het systeem", zegt hij. "Er bestaat een enorme prestatiedruk op universitair personeel en die wordt het meest gevoeld bij promovendi. Op sommige faculteiten moet je eerst een aantal artikelen publiceren voordat je überhaupt kunt promoveren. Als je niets publiceert of je experiment mislukt, voel je je al snel een mislukkeling."
De Knecht is dan ook erg blij dat de UvAPro hun onderzoek openbaar maakt. "Het systeem is te competitief. Daardoor creëren universiteiten misschien wel hardwerkende promovendi, maar anderen gaan er ook aan onderdoor."