Politie: 800 mensen weten van oude moord
Naar schatting 800 mensen in Nederland lopen rond met een groot geheim. Zij kennen iemand die in het verleden een moord heeft gepleegd en daarvoor nooit is gepakt. Toch houden ze hun mond.
Dat blijkt uit onderzoek van twee specialisten bij de recherche. Zij analyseerden 48 cold cases (oude moordzaken) die de afgelopen twintig jaar alsnog opgelost zijn.
In zo'n 40 procent van deze zaken heeft de dader de moord vóór zijn aanhouding al eens opgebiecht aan iemand anders, ontdekten de onderzoekers. De dader werd loslippig tegenover bijvoorbeeld een partner, kennis of een medegedetineerde. Als de dader over de moord sprak deed hij dat met gemiddeld twee personen.
"Zet je dat af tegen de 1000 onopgeloste moorden in Nederland, dan valt te verwachten dat er op dit moment nog zo'n 800 getuigen rondlopen met kennis over de daders van deze moorden", zegt recherchekundige Evelien Aangeenbrug.
Relatie voorbij
Soms gaan mensen met die informatie wel naar de politie toe. "Dat kan te maken hebben met het beëindigen van een liefdesrelatie. Bijvoorbeeld omdat diegene ten tijde van de moord een relatie had met de dader. Hij of zij is loyaal en stapt daarom niet naar de politie. Maar na een paar jaar is de relatie voorbij en is het niet zo'n groot probleem meer om met de politie in gesprek te gaan."
Toch stapt maar een klein deel van de mensen die uit eerste hand weten wie een moord heeft gepleegd naar de politie. "Het kan zijn dat ze zelf denken dat die informatie niet belangrijk is", zegt Aangeenbrug. "Bijvoorbeeld omdat ze niet weten wie het slachtoffer is." De politie hoopt op meer tips van deze mensen met daderkennis.
Roofmoorden
De meeste moorden worden gepleegd na een conflict in de relationele sfeer. Omdat het slachtoffer en de dader elkaar kennen, komt de politie door nauwkeurig de gangen van het slachtoffer na te gaan er vaak wel achter wie de moord heeft gepleegd.
Bij cold cases ligt dat anders. Vaak zijn dit roofmoorden of seksuele delicten, waarbij het slachtoffer een min of meer toevallig doelwit is en de dader niet kent. Voor de politie is het dan een stuk lastiger om de moordenaar te vinden. Zeker wanneer ook dna-sporen niets opleveren.
Juist in deze cold cases zijn tips van mensen die de dader kennen cruciaal, stellen de twee recherchekundigen. "Neem de moord op Daisy Gijsbers, een zaak uit 1974", zegt Aangeenbrug. "Sinds een half jaar verstuurt iemand die de dader heeft gekend brieven met gedetailleerde informatie. Die helpen de politie opeens verder in het onderzoek." Het coldcaseteam in Den Haag verwacht dat het niet lang meer duurt voor de moordzaak helemaal is opgehelderd.
Voorbeelden van zaken waarin daders zijn veroordeeld na plotselinge ontboezemingen uit hun eigen omgeving, zijn de fatale mishandeling van Marcel Kretzer uit Hilversum en de dood van Les Strijder uit Ede.
Gewetensnood
Opvallend is dat ook menig dader zichzelf na verloop van tijd aangeeft. Volgens de onderzoekers kreeg bijna een op de vijf daders in de onderzochte cold cases wroeging. Hun schuldgevoel werd zo groot dat ze op eigen houtje besloten zich te melden bij de politie.
Toch raakt lang niet iedereen in gewetensnood: veel daders pleegden na de moord opnieuw een misdrijf. Maar omdat ze daarvoor wél werden gepakt en dna moesten afstaan, konden ze onverwacht gelinkt worden aan de cold case. Bijna 30 procent van de onderzochte zaken blijkt op deze manier opgelost.
De politie noemt een zaak een cold case als het onderzoek stil is komen te liggen omdat alle sporen doodlopen. Sinds een aantal jaren heeft de politie speciale coldcaseteams, die ernstige misdrijven uit het verleden opnieuw onder de loep nemen.