Nederlandse turners schrijven historie met plaatsing voor Rio

Voor het eerst sinds 1928 hebben de Nederlandse turnheren zich als team geplaatst voor de Olympische Spelen. Het zestal van coach Bram van Bokhoven eindigde bij het OKT in Rio de Janeiro als derde; de beste vier van de acht landen plaatsten zich.

Na vier van de zes rotaties zag het er nog slecht uit voor Michel Bletterman, Bart Deurloo, Casimir Schmidt, Jeffrey Wammes, Frank Rijken en Epke Zonderland.

Oranje werd op voltige vierde, op ringen zesde, op sprong vierde en op brug vijfde en stevende daarmee af op de vijfde plaats. Dankzij de beste score op rek klom de ploeg echter naar plaats vier en dat werd na vloer zelfs plaats drie.

Derde achter Duitsland en Oekraïne

Nederland was vorig jaar op de WK in Glasgow als elfde geëindigd en moest in Rio de Janeiro met de nummers negen tot en met zestien van dat toernooi strijden om de vier beschikbare olympische tickets.

Duitsland, de nummer negen van de WK, hield Oekraïne (twaalfde op de WK) maar net achter zich: 350,609 om 350,160 punten.

Duitsland had Andreas Toba en Andreas Bretschneider als uitblinkers, Oekraïne leunde zwaar op Oleg Vernjajev, die veruit het beste totaal op de meerkamp turnde.

Nederland (derde met 347,444 punten) had in Michel Bletterman zijn beste allrounder. Schmidt blonk uit op vloer, Zonderland, Deurloo en Wammes op rek.

Wie gaat naar Rio de Janeiro?

Welke vijf turners er naar de Spelen gaan voor Nederland kan echter nog niet met volledige zekerheid worden gezegd. Epke Zonderland mag ervan uitgaan dat hij zijn gouden medaille van Londen kan verdedigen, maar voor de overige vier beschikbare plekken zal er nu een concurrentiestrijd losbarsten.

Bondscoach Mitch Fenner heeft de ondankbare taak om een selectie te maken uit Wammes, Deurloo, Schmidt, Van Assche, Bletterman, Rijken en de nu thuisgelaten Yuri van Gelder.