Opnieuw Poolse beschuldiging bij herdenking Smolensk
In Polen is de vliegramp herdacht van precies zes jaar geleden waarbij president Lech Kaczynski en de 95 andere inzittenden om het leven kwamen. Het toestel met veel Poolse hoge functionarissen stortte op 10 april 2010 in dichte mist in Smolensk in Rusland neer.
De partij Recht en Rechtvaardigheid, die geleid wordt door de tweelingbroer (Jaroslav) van de omgekomen president, kwam onlangs met nieuwe, harde beschuldigingen over de oorzaak van de ramp. De crash zou een terroristische daad van Rusland zijn geweest.
Vanavond, na een herdenkingsmars, herhaalde Jaroslav Kaczynski die beschuldigingen. Volgens hem staat het vrijwel vast dat het toestel bij de landing in stukken brak als gevolg van een beschieting.
De Poolse regering verwijt de toenmalige premier Donald Tusk, de huidige EU-president, dat hij naliet toe te zien op de veiligheid van de president. Vervolgens zou hij verzuimd hebben een onafhankelijk internationaal onderzoek in te stellen naar de ramp.
'Heksenjacht'
De huidige president Duda dringt aan op een nieuw onderzoek. De tragedie van Smolensk toont volgens hem het onvermogen aan van de Poolse regering van zes jaar geleden. Kaczynski's tegenstanders zeggen dat de regering bezig is met een heksenjacht.
Poolse en Russische deskundigen stelden na de ramp vast dat het toestel geen technische mankementen vertoonde en dat de crash het gevolg was van fouten van de bemanning. Een Pools onderzoek bracht fouten in de organisatie van het presidentiële vliegtuig aan het licht. De militaire eenheid die daarvoor verantwoordelijk was, werd later ontbonden.
Stalin
Het toestel met de Poolse hoogwaardigheidsbekleders vloog naar Rusland ter herdenking van het bloedbad in Katyn in 1940. De Russische geheime dienst bracht in dat dorp, niet ver van Smolensk, ruim 20.000 Poolse militairen, geestelijken en intellectuelen om het leven. De opdracht kwam van Sovjet-dictator Stalin.
De misdaad werd door de communistische Sovjet-Unie vervolgens in de doofpot gestopt. Pas in 2010 erkende het Russische parlement dat Stalin het bloedbad persoonlijk had bevolen.