Nederlanders zien Oekraïne-verdrag als eerste stap naar EU-lidmaatschap
Hugo van der Parre
Researchredacteur
Hugo van der Parre
Researchredacteur
Veel Nederlanders zien het associatieverdrag als de eerste stap op weg naar een Oekraïens lidmaatschap van de Europese Unie. Uit opinieonderzoek dat bureau Ipsos heeft gedaan in opdracht van de NOS blijkt dat 46 procent daarvan overtuigd is.
Een deel van de politiek benadrukt dat het verdrag daar niet over gaat en dat het Oekraïne niet voorbereidt op lidmaatschap van de EU. Maar 17 procent van de ondervraagden hecht geloof aan die woorden, 37 procent zegt het niet te weten.
Toch speelt het sentiment ten opzichte van de Europese Unie voor de meerderheid geen rol: 52 procent zegt dat het niet meespeelt bij het bepalen van de keus voor of tegen het verdrag. Van de overige kiezers zegt 28 procent dat hun stem vooral een stem tegen de EU zal zijn, 20 procent wil met zijn stem de EU juist steunen.
Mensen die voor het associatieverdrag gaan stemmen doen dat vooral om economische redenen, zo blijkt uit het onderzoek. De meest gegeven argumenten zijn dat de handel tussen Nederland en Oekraïne makkelijker wordt en dat het goed is voor de economie van ons land.
Voor tegenstanders van het associatieverdrag is het belangrijkste dat ze Oekraïne niet vertrouwen door de corruptie die er heerst. Zes op de tien tegenstemmers noemen dit argument. Het tweede tegenargument is de overtuiging dat dit de eerste stap is naar een lidmaatschap van de Europese Unie (34 procent).
Op de vraag wat het kabinet met de uitslag van het raadgevende referendum moet doen, als de opkomst hoog genoeg is, zegt 56 procent dat de uitslag zonder meer moet worden overgenomen, 18 procent vindt dat dit niet hoeft. Een kwart weet het niet.
Overigens blijkt ook uit de Ipsos-enquête dat het tegen-kamp groter is dan het voor-kamp: 37 procent tegen, 30 procent voor, 33 procent weet het nog niet.