Ooggetuige Zaventem belaagd door journalisten: ik moest ervan kotsen
Wat gebeurt er als er in een Europese hoofdstad twee bommen afgaan? Redacties gaan in de versnelling, extra journaals worden aangekondigd en verslaggevers spoeden zich naar de rampplek. Maar daarvóór zijn er de sociale media en de ooggetuigen.
Na de aanslag op vliegveld Zaventem in Brussel was David Crunelle een van de eersten die het nieuws de wereld inslingerde. De designer en fotograaf zou die dag naar Tokio vliegen. "2 explosies op vliegveld Brussel", twitterde hij om 08.00 uur. Een minuut nadat de bommen waren afgegaan.
Hij schreef een blog over de mediastorm die daarna losbarstte. "Ik heb ontzettend veel geleerd van deze verschrikkelijke dag", besluit hij zijn relaas. "Over de menselijke natuur, de logistiek rondom zo'n catastrofe en over wat er gebeurt in de media."
Om 08.20 uur gaat zijn telefoon voor het eerst af, begint Crunelle zijn blog. Het is het eerste belletje van een lange reeks. De Frans-Belgische publieke omroep, het Amerikaanse ABC News, de BBC, France 24; allemaal hangen ze aan de lijn. "Op dat moment realiseer ik me dat de journalisten absoluut niet meer informatie hebben dan de informatie die ik ze geef", schrijft Crunelle, zelf misschien wat verbaasd.
In de twee uur die volgen wordt de situatie "onhoudbaar", schrijft hij. In een uur tijd ontvangt hij naar eigen zeggen 10.000 notificaties op zijn telefoon: de gemiste oproepen, berichtjes en mailtjes stromen binnen. Van China tot de Verenigde Staten en van Brazilië tot Denemarken willen journalisten weten wat er aan de hand is.
"Ik kom er achter dat 'mensen' klanten hebben gebeld om achter mijn mobiele nummer te komen. In hun zoektocht hebben ze collega's en vrienden geterroriseerd."
Maar Crunelle kan niet alleen vertellen wat hij heeft gezien: hij heeft ook foto's gemaakt en zelfs een kort filmpje. Dus willen media van over de hele wereld zijn beeldmateriaal gebruiken. Via Twitter krijgt hij tientallen zo niet honderden verzoeken. "Ondertussen probeer ik mijn zus te bereiken", schrijft hij. "Maar het is onmogelijk, het netwerk is overbelast. Toch krijgt de pers het wel voor elkaar om mij te bellen."
Om 10.00 uur twittert Crunelle daarom dat iedereen al zijn foto's mag gebruiken, met uitzondering van twee televisiestations. Het beeld van een bebloede vrouw die een kind stevig vasthoudt, gaat vervolgens de wereld over. Ook de NOS gebruikt de foto.
Maar de dag is nog lang niet over. Om 10.15 uur zet Crunelle screenshots online van een video die hij maakte vlak nadat de bommen waren afgegaan. Dan gaat het pas echt los. "Hoewel de meerderheid van de journalisten zich professioneel gedroegen, zaten er ook een paar tussen die geïrriteerd waren omdat ik niet snel genoeg reageerde 'ondanks hun herhaalde verzoeken'."
Hij zet zijn mobiele telefoon uit en gaat naar huis. Als Crunelle daar aankomt, blijkt het geheugen van zijn antwoordapparaat vol. "Ik kom er achter dat 'mensen' klanten hebben gebeld om achter mijn mobiele nummer te komen. In hun zoektocht hebben ze collega's en vrienden geterroriseerd."
Uiteindelijk besluit hij om zijn video voor 1.500 dollar te verkopen aan CNN. Het geld gaat naar de slachtoffers van de aanslag. Aan het einde van de middag vraagt hij via Twitter alle journalisten te stoppen met vragen om interviews en beeldmateriaal. "Mijn hoofd is helemaal leeg en ik realiseer me ineens dat ik sinds de vorige dag nog niets heb gegeten en dat ik, behalve een koffie om 06.00 uur vanmorgen, ook niets heb gedronken."
Maar ook dan is het nog niet voorbij. Journalisten blijven hem bestoken, schrijft Crunelle, en dan moet het raarste nog komen. Een Iers bedrijf wil de video die hij al aan CNN heeft verkocht voor 1.500 dollar ook hebben. Een opgefokte man belt om te zeggen dat hij vast nog onder de overeenkomst uit kan komen en dat er veel meer te verdienen valt aan de halve minuut film.
"Ik vertel hem duidelijk dat ik hiervan moet kotsen", schrijft Crunelle. "Ik vraag hem om me met rust te laten." Dat doet de man niet: hij blijft mailen om te checken of Crunelle zich nog bedenkt.
Rond middernacht komt er een einde aan zijn dag. "Ik zet mijn telefoon weer uit en probeer de slaap te vatten." De volgende ochtend begint alles opnieuw: "al zijn de verzoeken dit keer kalmer en wat menselijker geformuleerd."