NOS Nieuws

Van der Steur: FBI tipte Nederland over Belgische broers

Van der Steur: FBI tipte Nederland over broers

Het kabinet houdt vol dat Nederland geen fouten heeft gemaakt rond de aanslagen in Brussel. Vlak voor het Kamerdebat over de aanslagen geeft minister Van der Steur antwoord op vragen (.pdf) daarover uit de Tweede Kamer.

De minister meldt onder meer dat de Amerikaanse opsporingsdienst FBI een paar dagen voor de aanslagen in Brussel aan de Nederlandse politie informatie heeft gegeven over de achtergrond van de aanslagplegers Ibrahim El Bakraoui en zijn broer Khalid.

Volgens Van der Steur komt de informatie van de FBI erop neer dat de Belgen naar de broers op zoek waren. De een werd gezocht vanwege criminele activiteiten, de ander omdat hij in verband werd gebracht met terrorisme. Een dag later is daarover contact geweest tussen Nederland en de Belgische politie en de Belgen bevestigden toen dat ze zich zorgen maakten over de broers, zegt de minister. Hij denkt niet dat Nederland op dat moment iets had kunnen doen om de aanslagen te voorkomen.

Werkwijze

Van der Steur schrijft de Kamer ook dat de interne werkwijze op de ambassade in Ankara wordt aangescherpt. In de Kamer leven veel zorgen over de rol van Nederland bij het niet oppakken van Ibrahim el-Bakraoui. Veel Kamerleden vroegen zich af hoe het staat met de internationale samenwerking. Het ging daarbij onder meer om de vraag hoe het kon dat Bakraoui vorig jaar zomer door Turkije is uitgezet naar Nederland, maar dat de melding daarvan aan de Nederlandse ambassade in Turkije niet is opgemerkt.

Van der Steur wil met de Turkse autoriteiten afspraken maken over standaard rechtstreeks contact en het eerder en beter delen van informatie over elke uitzetting uit Turkije naar Nederland. Naar aanleiding van de gang van zaken rond de aanslagen wordt de "effectiviteit van de huidige werkpraktijk nog eens tegen het licht gehouden".

Kwetsbaar

De minister noemt de nu gevolgde procedure kwetsbaar. Volgens hem werd de informatie door de Turken laat gegeven. Ze stuurden een mail naar de ambassade, in het Turks. De mail had als onderwerp "reisprogramma" en is die dag niet opgevallen. Van der Steur schrijft daarover: "Of een bericht urgent is, kan pas worden gezien als het daadwerkelijk wordt geopend".

Hij benadrukt dat normaal een bericht over het terugsturen van personen anders wordt aangepakt. Volgens hem is op geen enkele andere manier aan Nederland te kennen gegeven dat de uitzending ophanden was van een potentieel gevaarlijk individu.

Syriëganger

De Nederlandse politie heeft vorig jaar een dag na de aankomst van Bakraoui op basis van informatie van een Belgische collega bekeken of Bakraoui bekend was, maar hij kwam niet in de politiesystemen voor. Het was op dat moment niet bij de Nederlandse politie bekend dat het om een mogelijke Syriëganger ging, aldus Van der Steur.

Hij schrijft aan de Kamer dat de NCTV, de AIVD, de politie en het OM doorlopend contact hebben met hun collega's in België en andere landen om ons heen. Voor het antwoord op een vraag uit de Kamer hoe het mogelijk is dat er geen opsporingsbericht is uitgegaan toen de diensten later mogelijk meer over Bakraoui wisten, verwijst hij naar de Belgische autoriteiten.

De minister wil nog tijdens het Europese voorzitterschap van Nederland concrete afspraken maken over verbetering van informatie-uitwisseling voor het bestrijden van terrorisme. Hij wil ook met de Amerikanen praten over het beter delen van informatie over hun 'terrorisme-watchlist'. Die lijst zou standaard moeten worden geraadpleegd als het gaat om mogelijke Syriëgangers.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl