Cruijff en de moeizame band met de arbitrage
Waar hij ook kwam, Johan Cruijff roerde immer zijn mond. En niet op de laatste plaats op het voetbalveld. Druk gesticulerend coachte hij zijn medespelers. Maar ook de scheidsrechters ontkwamen niet aan de verbale vermogens van de voetballer, die ergernissen over de leiding nimmer onder stoelen of banken stak.
"Het is het gedrag van iemand die niet al te best tegen zijn verlies kan", meent oud-scheidsrechter Charles Corver, die menig woordenwisseling met Cruijff had. "Het is ook iemand die zichzelf wil beschermen tegen aanslagen door de scheidsrechter al te bespelen vóórdat er ook maar enige aanslag is geweest. Maar het kwebbelen is ook een beetje aangeboren."
Manuel Diaz Vega, voormalig arbiter in Spanje, heeft de praatgrage Cruijff ook van nabij meegemaakt. "Ik denk dat hij op slimme wijze al zijn troeven uitspeelde om zo veel mogelijk voordeel te behalen. Hij liet geen kans onbenut."
Sarrend
De verbale aanvaringen met de scheidsrechter horen daarbij, zelfs als dat ten koste gaat van gele kaarten. "Hij was weleens sarrend", herinnert Corver zich. "Tegenstanders ergerden zich daaraan en bemoeiden zich er ook mee: mag hij alles? En dan ga je als scheidsrechter toch denken: ja, ik laat Cruijff eigenlijk te ver gaan."
Ook als trainer liet de Amsterdammer zich nooit onbetuigd. Diaz Vega ziet daar ook een strategie in. "Elk team heeft gedurende de competitie een prestatiedip. Toen Cruijff bij Barcelona was, viel die dip bijna niemand op. Want hij wist de supporters en de massa af te leiden, onder andere via de arbitrage."