Trekt een Amerikaanse tractor het embargo tegen Cuba omver?
Elke morgen spannen Yomar Báez en zijn vader twee ossen voor hun werktuigen en gaan de akkers op om paprika’s, mais en tomaten te verbouwen. Zwaar werk. En een tractor hebben deze Cubaanse boeren niet. Althans, niet meer.
"Voor de revolutie hadden we altijd Amerikaanse landbouwwerktuigen. Die waren heel goed", herinnert vooral vader Báez zich.
Vanaf 1959 hervormde Fidel Castro de landbouwsector. Amerikaanse bedrijven werden uitgebannen en tractors uit de VS maakten langzaam maar zeker plaats voor Russische machines.
Totdat, met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, ook die steun opdroogde. Het Amerikaanse handelsembargo sloopte de afgelopen decennia de Cubaanse economie nog verder en inmiddels zijn veel boeren hier zo arm dat ze geen tractor kunnen kopen.
Meerderheid
In december 2014 zei president Obama dat hij de banden met Cuba wil aanhalen. Onmiddellijk meldden zich tientallen grote Amerikaanse bedrijven met het verzoek om weer te mogen investeren op het eiland. Onder hen ook tractorproducenten Caterpillar en John Deere.
Het handelsembargo is er nog steeds. Obama kan het embargo niet opheffen, dat moet het Congres doen. En met de Republikeinse meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat is de kans daarop klein.
Deze tractor helpt iedereen, maar vooral de arme boer.
Een kleine tractorproducent krijgt desondanks voor elkaar wat de grote concurrenten niet lukt. Na maandenlange onderhandelingen tussen Washington en Havana kreeg Cleber LLC uit Alabama als eerste Amerikaanse bedrijf toestemming om een fabriek in Cuba te openen.
Vanaf komende zomer hopen eigenaars Saul Berenthal en Horace Clemmons hier hun kleine betaalbare trekkers te produceren.
"Deze tractor helpt in feite iedereen, maar vooral de arme boer", zegt Saul Berenthal op de jaarlijkse internationale landbouwbeurs in Havana. "Alles kan hij simpel op zijn land repareren, daarvoor hoeft de boer niet naar de stad."
Domino-effect
Het helpt de boeren volgens Berenthal efficiënter te werken, waardoor de opbrengsten stijgen. Zo oogsten ze meer dan het verplichte deel dat ze aan de overheid moet leveren. Dat kunnen de boeren zelf gebruiken of verkopen aan de private sector, zoals hotels en restaurants.
Berenthal hoopt op een domino-effect. "De hogere inkomens helpen de ontluikende middenklasse te groeien, wat de landelijke economie ook weer ten goede komt. En tussen Washington en Havana creëert dit uiteraard goodwill."
De Obama-regering wil dat Cleber een eerste voorbeeld wordt van de veranderende relatie met Cuba. Ben Rhodes, Obama's topadviseur en een van de hoofdonderhandelaars met Cuba, noemde het bedrijf zelfs in een persconferentie op het Witte Huis.
Tijdens zijn drukke bezoek aan Cuba maakt president Obama mogelijk tijd vrij voor een ontmoeting met de twee Cleber-eigenaren en hun Cubaanse partners.
Boer Báez is ook op de landbouwbeurs geweest om de machine te bekijken. Enthousiast haalt hij een kleurrijke folder uit zijn zak. "Hiermee kun je het land veel beter bewerken dan met de ossen. Dieren worden na een tijdje moe, maar een tractor gaat door. We kunnen langer werken en meer produceren. Ik denk er serieus over na om er snel een te kopen."