Afrika weert tweedehandskleding uit Nederland
Steeds meer Afrikaanse landen doen westerse tweedehandskleding in de ban. Zes Oost-Afrikaanse landen, waaronder Rwanda, Kenia en Oeganda, willen een importverbod invoeren. De landen zeggen dat de eigen textielindustrie sterk is gekrompen door de import.
De geïmporteerde kleding zou zo goedkoop zijn dat lokale producenten daar niet tegenop kunnen. De zes leden van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (OAG) willen binnen drie jaar de grenzen volledig sluiten voor westerse tweedehandskleding en schoenen. Eerder voerden Nigeria, Zuid-Afrika, Zimbabwe en Ethiopie al een dergelijk verbod in.
Cruciaal
Met het importverbod willen de landen de lokale Afrikaanse productie van kleding en schoenen stimuleren. De OAG noemt de leer- en textielindustrie cruciaal voor de werkgelegenheid, het terugdringen van armoede en technologische vooruitgang.
Volgens directeur Marc Voogers van kledinginzamelaar Sympany zal een verbod de Afrikaanse textielindustrie niet vooruit helpen. "Ik geloof daar helemaal niet in. Afrikanen hebben juist heel veel behoefte aan goede tweedehandskleding", zei Voogers in het NOS Radio 1 Journaal. Daarnaast staan volgens Voogers Chinese kledingproducenten klaar om meer goedkope spullen in de Afrikaanse landen te verkopen, als het verbod van kracht wordt. "Dat gaat de Afrikaanse industrie niet helpen."
Dupe
Sympany is met 2400 inzamelingsbakken de grootste non-profitinzamelaar van het land, naast het Leger des Heils. Het verkoopt de kleding door, om met de opbrengst non-profitprojecten te financieren in Afrika en India. Volgens Voogers gaat ongeveer een kwart van alle in Nederland ingezamelde kleding naar Afrikaanse landen.
De non-profitorganisatie krijgt vooral indirect last van het importverbod, verwacht Voogers. "Onze kleding komt niet in landen met een importverbod terecht." Wel zal er meer aanbod zijn van kledinghandelaren die hun spullen niet meer kwijt kunnen in bepaalde landen. "Dat drukt de prijs. Daar zijn wij ook de dupe van, omdat wij dan onder aan de streep minder geld overhouden voor het goede doel."