Broer van terrorist vervolgd om sturen van geld

Geld overmaken naar Syriëgangers mag niet, ook niet als het geld is bedoeld voor eten in plaats van wapens. Dat vindt het Openbaar Ministerie. Vanmiddag moet een man uit Dordrecht voorkomen omdat hij geld overmaakte naar zijn broer, een jihadstrijder in Syrië.

Volgens justitie maakte de 28-jarige verdachte verschillende keren geld over, van een paar tientjes tot duizenden euro's. In totaal zou hij ruim 16.000 euro hebben gestuurd naar zijn vechtende broer. Die is in Nederland bij verstek veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens deelname aan de jihad.

Money transfers

De overboekingen liepen via money transfers, dat is een snelle manier om geld naar het buitenland over te boeken. Ze kwamen aan het licht omdat geldkantoren verplicht zijn ongebruikelijke transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU).

De politiedienst doet nader onderzoek naar de meldingen en speelt informatie zo nodig door naar het Openbaar Ministerie. Bij geldkantoren gelden overboekingen boven de 2000 euro als ongebruikelijk, net als geld dat naar bekende jihadstrijders gaat.

Omdat de Nederlandse jihadstrijder op de Nationale Terrorismelijst staat, mag er helemaal geen geld naar hem worden overgemaakt. Zijn broer boekte geld over tussen september 2013 en december 2014.

Laag salaris

Volgens het OM kunnen Nederlandse strijders die zich in Syrië of Irak hebben aangesloten bij een terroristische organisatie, niet leven van het salaris dat ze daar krijgen. Ze krijgen vermoedelijk maar een paar honderd euro per maand. “In een oorlogseconomie is dat veel te weinig om van rond te komen”, zegt een woordvoerder van het OM. “Zij doen dan ook wel eens een beroep op hun familie en vrienden in Nederland.”

Het verlenen van financiële steun is volgens het OM strafbaar, ook als het om geld voor eten of kleding gaat. Twee weken geleden veroordeelde de rechtbank Adil C. uit Doesburg tot een half jaar gevangenisstraf, omdat hij 1000 euro en nog een paar kleinere bedragen had overgemaakt naar een vriend die strijdt in Syrië. Volgens C. was het geld bedoeld voor levensonderhoud.

“Sommige mensen denken dat het niet erg is om geld over te maken naar een strijdende vriend, zeker niet als wordt benadrukt dat het geld bedoeld is voor privézaken,” zegt het OM. “De rechter heeft in dit vonnis overwogen dat je ook zo bijdraagt aan het vermogen van een strijder en dus de gewapende jihad steunt.”

Vrij spel

Advocaat Serge Weening, die verschillende jihadverdachten bijstaat, vindt dat de rechtbank te kort door de bocht is gegaan. “Daardoor heeft het OM nu vrij spel. Iedere overboeking naar Syrië is nu verdacht.” Hij hoopt dat een hogere rechter het vonnis binnenkort ongedaan maakt.

De verdachte in de rechtszaak van vandaag wordt vervolgd op grond van de nieuwe Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Die wet moet het makkelijker maken om financiële steun aan terroristen aan te pakken. Eerder moest justitie bewijzen dat een verdachte deel uitmaakte van een criminele organisatie, wat in de praktijk lastig blijkt.