Asscher wil discriminatie op het werk uitbannen, maar kan weinig
Minister Asscher wil discriminatie op de arbeidsmarkt harder aanpakken. In een debat in de Tweede Kamer beaamde hij dat dit heel lastig is, en dat hij graag meer zou willen doen om "dit smerige fenomeen" terug te dringen.
Het debat ging vooral over discriminatie bij sollicitaties. Er kwamen veel voorbeelden voorbij van mensen die niet werden aangenomen vanwege bijvoorbeeld hun afkomst, geaardheid, leeftijd of geloof.
Deze week stelde het College voor de Rechten van de Mens nog een stagiair in het gelijk, die geen plek kreeg bij een landbouwmechanisatiebedrijf in Friesland, omdat hij openlijk uitkomt voor zijn homoseksuele geaardheid.
Bedrijven grillen
Asscher noemde arbeidsdiscriminatie onrechtvaardig en onacceptabel. Hij zei dat hij "niets liever wil dan bedrijven grillen die zich er schuldig aan maken". Maar hij zei dat er zelfs met een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens in de hand weinig aan te doen is, omdat dit college geen strafrechtelijke instantie is.
Asscher zei dat hij bijvoorbeeld man en paard wil noemen bij bedrijven die over de schreef gaan. Zo wil hij in de Arbo-wet opnemen dat bedrijven die te weinig doen tegen discriminatie en pesten op de werkvloer, met naam en toenaam door de arbeidsinspectie genoemd kunnen worden.
Een groot deel van de Kamer vindt dat het veel te lang duurt voordat er echt iets gebeurt. Asscher zei dat het lastig is. De overheid zelf bijvoorbeeld kan geen bedrijven uitsluiten van opdrachten, als er geen strafrechtelijke veroordeling is voor discriminatie.
Hij zei dat hij ook niet de illusie heeft dat "we dit alleen vanuit de overheid kunnen oplossen". Vooroordelen en het gevoel gediscrimineerd te worden, zijn vaak moeilijk hard te maken. "Het is van het grootste belang dat het tegengaan van discriminatie door de samenleving wordt omarmd."
D66 zei dat het allemaal wel erg langzaam gaat. De SP zei dat er van de zwarte lijst van discriminerende werkgevers "niks meer over" is. De PVV zei daarentegen dat de overheid niet te veel in het hoofd van de werkgever moet gaan zitten.
Door de tegenstellingen in de Kamer liepen de gemoederen soms hoog op tijdens het debat. PVV-Kamerlid De Graaf kwam in botsing met onder anderen Vermeij van de PvdA en Öztürk van de Groep Kuzu/Öztürk.