'Waarom fotografeer je als toch niemand komt helpen'
De opstand in Syrie tegen president Assad duurt al bijna vijf jaar. De stad Aleppo raakte 3,5 jaar geleden betrokken bij die strijd en heeft inmiddels 1,5 miljoen inwoners zien vertrekken.
Toch gaat het leven in de stad door. De Syrische fotograaf Fouad Hallak legde het dagelijkse leven vast in het deel van de stad dat in handen is van de rebellen. Zo heeft heeft hij de wereld jarenlang de oorlog van dichtbij laten zien.
Maar nu is Hallak ook zelf gevlucht. Verslaggever Lex Runderkamp zocht Hallak op in Turkije. Samen bekeken ze zo'n 20.000 foto's die hij maakte van het dagelijks leven in Aleppo.
De inwoners van Aleppo hebben dringend behoefte aan voedsel en onderdak. Veel mensen moeten de nacht in de buitenlucht doorbrengen omdat zoveel huizen zijn verwoest. Reguliere stroomtoevoer bestaat niet meer.
Sluipschutters leggen in grote delen van de stad het leven stil. In veel wijken zitten sluipschutters verstopt die op burgers schieten.
Inwoners proberen zichzelf te beschermen door grote doeken op te hangen tussen de straten, die moeten de scherpschutters het zicht ontnemen.
De belangrijkste reden dat Hallak is gevlucht, is dat de inwoners van Aleppo niet meer gefotografeerd wilden worden.
Eind 2013 accepteerden ze zijn foto's nog. Maar toen niemand kwam helpen en de Verenigde Naties niet ingrepen om de bombardementen te stoppen, zagen veel inwoners het nut er niet meer van in.