De Hooiwagen van de Jheronimus Bosch-tentoonstelling
NOS Nieuws

Jeroen Bosch putte uit de bron die hij verwierp

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

Hij moet zwaar gedrogeerd zijn geweest, vol hallucinaties, schizofreen, of gewoon zo gek als een ui. Er bestaan tal van diagnoses over de wervelende ziel van Jeroen Bosch. Wie was hij? Sprekend over de visioenen en de werkwijze van het genie zegt de Belgische expert Paul Vandenbroeck: "Hij putte uit de bron die hij verwierp."

'D'n Duivelmakere', noemde ze hem in zijn eigen tijd. Jeroen Bosch ging totaal loos op zijn panelen: driedelige vervolgseries van hemel tot hel, een ongekende totaliteit van bizarre figuren, in permanente wenteling van goed en kwaad. Eigenlijk was het absurde film, ver voor de uitvinding van cinema, met Bosch als extravagante regisseur in het woelige overgangstijdperk van Middeleeuwen naar Renaissance.

In zijn tijd ontdekte Columbus Amerika, maar dachten ze nog dat het India was. Van alles was er gaande over de moraal, bij de groei van nieuwe maatschappelijke verhoudingen. De zeden waren los en goddeloos – alles van menselijkheid, met wat voor religie dan ook.

Jeroen Bosch was er getuige van. Hij kreeg het in zijn vingers en begon het vast te leggen, als vrome, schilderkunstige ambachtszoon uit Den Bosch. In Italië was er al van alles aan de gang aan artistieke experimenten. Bosch wilde er zijn eigen, onvoorstelbare richting aan geven, met duizelingwekkende voorstellingen. Ze komen binnen, tot de dag van vandaag, met onverminderde aantrekkingskracht.

Filips II

"Vreemde drollen, zeldzame grillen." Zo beschreef beschouwer Lowijs Guicciordijn het werk van Bosch. Het was een aantal decennia na de dood van de meester. Hij had navolgers gekregen, er was levendige handel ontstaan – allemaal nep-Bosch. Er waren ondertussen grote politieke en religieuze spanningen ontstaan.

Filips II, zoon van Karel V, vijand van Willem van Oranje, was de topbestuurder die het beste van Bosch naar Spanje haalde. Als de strenge katholiek die hij was verlustigde hij zich aan de exuberante zedentaferelen van de Nederlandse meester uit Den Bosch. Rembrandt moest nog geboren worden. Het zijn van die grillige gegevens over vaderlands kunstbezit.

Conservator Paul Vandenbroeck

Kern is de ziel van Jeroen Bosch, de man, zijn tijd. Hoogleraar en conservator Paul Vandenbroeck zegt in zijn huis in Kortrijk: "Het was een dubbelheid. Hij was iemand die de normen en waarden uitbeeldde van zijn eigen groep, de betere middenklasse van Den Bosch en Nederland. Maar aan de andere kant ontwikkelde hij een artistieke aanpak en vrijheid, haaks op de sfeer van de tijd. Hij heeft altaarstukken geschilderd, maar ook een eigen wereldbeeld ontwikkeld als eerste moderne kunstenaar ten noorden van de Alpen."

Bosch behoorde tot de kunstenaars die werkten in opdracht van een bedrijf of een hooggeplaatst persoon. Hij had de aanleg, de gein en het vilein om daarvan af te wijken, weet Vandenbroeck. Hij legt uit: "Het is uit zijn eigen overtuigingen voort gekomen, niet uit wat hem werd opgelegd."

Zotheid

Ook Bosch was strak bezig met waarden en normen. In de sfeer van zijn dagen, het vuur van zijn werk en met ongekende verbeelding. Vooral waar het ging over de zotheid en het kwaad, weet Vandenbroeck: "Wat heel typerend is dat ze voor hem hetzelfde zijn. Iemand die dom is, is slecht en iemand die verstandig is, is goed. Het is een soort intellectualisme dat toen ook in de moraalfilosofie begon door te dringen, de waarden en normen van de middenklasse die zich toen ontwikkelde."

"Hij verdedigde ook werkzaamheid, stabiliteit, het huwelijk, gehoorzaamheid, vlijt. Allemaal heel deugdzaam, ja. En dan is hij weer heel erg begaan met het kwade, de duivel zelf, of de zonde die tegenwoordig is, de dwaasheid ook. En daar legt hij weer een onwaarschijnlijke uitwerking en vrijheid aan de dag."

Den Bosch

Bekijk het nu op de grote tentoonstelling in Den Bosch, weet dat het meer dan 500 jaar oud is. Beleef ze zo, al die vreemde wezens, voortgevloeid uit een heel vrije geest. Vandenbroeck memoreert graag de vorige tentoonstelling in Den Bosch van 1967. Het was de tijd van hippie en provo: "Er klonken slogans als: 'Bosch is onze God!' Het was omdat ze in hem een vrijheid meenden te herkennen die ze tot de hunne wilde maken. We delen niet meer alle waarden en normen die hij verbeeldde. Maar we blijven gefascineerd door zijn artistieke vrijheid en kunnen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl