Zaalhockey, een lust of een last?
Voor het grote publiek lijkt het misschien alsof de hockeywereld in winterslaap is. De veldcompetitie ligt inderdaad stil, maar veel topspelers zijn in de zaal te vinden. En niet zonder succes, de mannen en de vrouwen zijn regerend wereldkampioen. Maar de aandacht voor deze sport is veel kleiner dan die voor veldhockey.
Voer voor discussie in Langs de Lijn En Omstreken voor Robert Tigges en Jacques Brinkman. De 31-jarige Tigges zit in de nadagen van zijn carrière. Op het veld speelde hij twee interlands, in de zaal is hij nu al tien jaar actief voor Oranje.
Brinkman kende een succesvolle loopbaan als veldhockeyer en werd onder meer twee keer olympisch kampioen. Hij speelde in totaal 337 interlands op het veld en zes in de zaal.
Brinkman: "Zaalhockey is niet olympisch en dus spelen de beste spelers op het veld. Zaalhockey kan een leuke ondersteuning zijn in de winter en het is goed voor de techniek van de jeugd. Maar verder heeft het absoluut geen bestaansrecht."
Tigges: "Laat ik vooropstellen dat ik niets tegen veldhockey heb. Maar ik ben ervan overtuigd dat zaalhockey een enorme meerwaarde kan hebben voor de ontwikkeling van spelers. Ze moeten sneller handelen, krijgen meer balcontacten en het is een stuk attractiever. Ook voor het publiek. Maar het is inderdaad niet olympisch en dat is ook een lastig verhaal. De zaal is het kleine broertje van het veld."
Brinkman: "In grote hockeylanden als India en Pakistan kennen ze niet eens een zaal. De focus moet liggen op de ontwikkeling van het veldhockey. Zaalhockey zit het veld in de weg."
Tigges: "Vorig jaar speelden we in de halve finale van het WK tegen Duitsland egewoon tegen grote vedettes. Het is jammer dat de Nederlandse bond ervoor kiest om met de veldinternationals in januari op trainingskamp te gaan. De Duitsers bewijzen dat veld- en zaalhockey prima samengaan."
Brinkman: "De Duitsers zijn de uitzondering op de regel. Zaalhockey is op sterven na dood. Er zijn zelfs twijfels of het WK volgend jaar wel doorgaat. En veel ploegen nemen het niet serieus."
Tigges: "Wij bij Amsterdam zijn er wel fanatiek in. Wij trainen in de winter met de overgebleven spelers door, terwijl anderen een tijd lang niets doen en daardoor een conditionele achterstand oplopen."