Jubileum voor tijdperk 'Ard en Keessie'

Een Nederlands schaatsfeest. Dat was het EK allround van 1966, precies vijftig jaar geleden. Niet alleen omdat het in Deventer werd verreden, maar zeker omdat twee Nederlanders het goud en zilver omgehangen kregen. Ard Schenk en Kees Verkerk, vanaf dat moment Ard en Keessie. Niemand die op dat moment kon vermoeden dat het een begin was van een tijdperk.

Het kampioenschap in Deventer was het eerste dat op Nederlands kunstijs werd verreden. Het land raakte volledig in de ban van het schaatsen, want het was ook de eerste keer dat het live op televisie te volgen was. Speciaal voor de gelegenheid werd de voetbalcompetitie zelfs gedeeltelijk stilgelegd.

Met 20.000 toeschouwers zat het IJsselstadion bomvol. Het publiek kreeg een ongemeen spannend kampioenschap voorgeschoteld. Voor de afsluitende tien kilometer was al duidelijk dat 'Ard en Keessie' beiden op het podium zouden eindigen. Door een ongelukkige valpartij van Verkerk ging de titel uiteindelijk naar Schenk.

Hoewel de publieke belangstelling hier en daar wat afneemt, is het schaatsen nog altijd ongekend populair in Nederland. Om dat ook zo te houden, moet er wel wat veranderen vindt Ard Schenk.

"Het schaatsen moet oppassen dat het de olympische status niet verliest. Het is van belang dat er een interessant programma op de Spelen is. Iedereen denkt in een cyclus van vier jaar, het draait om olympisch goud. Dat moet ook zo blijven", zegt Schenk.