Transportsector bezorgd om grenscontroles

De Nederlandse transportsector is bezorgd over de herinvoering van grenscontroles in Denemarken en Zweden. Beide landen zijn daar vandaag mee begonnen om meer greep te krijgen op de vluchtelingenstroom. Niet iedereen wordt gecontroleerd, het gaat om steekproeven.

"Het hindert per definitie het goederentransport", zegt woordvoerder Dennis Heijnen van de transportbrancheorganisatie EVO. "Bij de grenscontroles wordt gekeken naar vluchtelingen en daarom worden ook vrachtwagens binnenstebuiten gekeerd. Dat weten we uit eerdere tijdelijk controles. En dat kost een transporteur veel tijd."

De route via Denemarken is een belangrijke corridor naar Scandinavië. "Zo'n 15 tot 20 procent van onze uitvoer naar de Scandinavische landen verloopt over de weg via Denemarken" zegt Heijnen. "Het gaat ook om veel verse producten, zoals vis en groenten. Dan kun je eigenlijk geen vertraging hebben."

Zorgen

Volgens Heijnen is er best begrip voor bepaalde controles. "Na de aanslagen in Parijs gooide Frankrijk de grenzen ook tijdelijk dicht, dat begrijpen wij. Maar nu Zweden en Denemarken ook weer controles gaan uitvoeren, krijgt het toch een structureel karakter. Daar maken we ons absoluut zorgen om."

Ook brancheorganisatie TLN maakt zich zorgen. "We zien een toenemende tendens tot grenscontroles", aldus een woordvoerster. "Dat staat natuurlijk haaks op het vrije verkeer van goederen en dienst zoals we dat binnen de EU hebben afgesproken."

150 miljoen

Transporteurs hebben ook al langere tijd veel hinder bij het Franse Calais. Daar proberen vluchtelingen in vrachtwagens te kruipen om zo via de Kanaaltunnel in Groot-Brittannië te komen. De vertragingen bij Calais hebben de Nederlandse vervoerders vorig jaar een schadepost opgeleverd van ongeveer 150 miljoen euro, berekende TLN eerder al. Volgens TLN is de situatie daar nog niet verbeterd.