Hoe het eens florerende V&D ten val kwam
Warenhuis V&D is failliet verklaard. Voorlopig blijven de winkels gewoon geopend en wordt er gewerkt aan een doorstart. Het concern wordt al jaren geplaagd door financiële problemen.
Begin dit jaar lijkt V&D al op omvallen te staan, maar de Amerikaanse eigenaar Sun Capital besluit om extra geld in het bedrijf te steken. Daarmee zou het warenhuis voor de komende vier jaar uit de problemen zijn.
Op dinsdag 22 december vraagt de directie van V&D uitstel van betaling aan nadat is gebleken dat de eigenaar, het Amerikaanse bedrijf Sun Capital, in tegenstelling tot eerdere berichten, niet meer bereid is geld in het concern te steken.
Hoge kosten
Die financiële problemen van V&D ontstaan aan het einde van de vorige eeuw. Er wordt minder verkocht en na jaren waarin er alleen maar filialen bijkomen, zijn er ook sluitingen. Herstructureringen en nieuwe formules ten spijt lukt het niet om de weg omhoog weer te vinden.
V&D richt zich op het zogeheten middensegment, maar slaagt daar steeds minder in. Hoge huurlasten en de opkomst van internet spelen het bedrijf parten. In 2008 wordt het warenhuis actief op internet, maar de winkels blijven veruit de belangrijkste inkomstenbron.
Die zware jaren volgen op een lange periode van succes. In 1887 opent de eerste winkel aan de Weesperstraat in Amsterdam onder de naam Vroom & Dreesmann. De winkel dankt zijn naam aan de oprichters: Willem Vroom en Anton Dreesmann, twee middenstanders van katholieken huize. Ze hanteren een simpele formule van vaste en lage prijzen tegen contante betaling.
De formule is vooruitstrevend. Vaste prijzen zijn in die dagen nog geen gemeengoed en mensen zijn gewend dat ze korting kunnen krijgen. Het blijkt een succes: nog voor 1900 openen er filialen in Rotterdam, Den Haag, Nijmegen, Arnhem, Haarlem en Utrecht.
In die jaren wordt Vroom en Dreesmann een echt familiebedrijf. Aan het hoofd van de filialen staan mannelijke familieleden aan het roer en ze krijgen aandelen in het bedrijf. De katholieke achtergrond van de familie blijkt ook in de bedrijfsvoering. Veel personeelsleden zijn katholiek en op roomse feestdagen en koopzondagen zijn de winkels dicht.
Het bedrijf groeit en groeit tot ruim zestig filialen en zo'n 10.000 werknemers. Het warenhuis, dat zijn naam afkort naar V&D, hanteert een zogeheten shop-in-shopformule: onder meer Mexx, Hunkemöller en Ici Paris XL verkopen hun spullen in de warenhuizen. Daarnaast is er een restaurantformule, La Place.
Ook verandert de structuur van het bedrijf in de loop der jaren. De warenhuizen worden ondergebracht in het concern Vendex. Eind jaren 90 worden er tal van grote ketens aan Vendex toegevoegd, zoals De Bijenkorf en Hema. Maar in de jaren daarna worden die ook bijna allemaal weer verkocht.
In 2004 wordt het concern door twee investeringsmaatschappijen van de beurs gehaald. Het warenhuis komt in handen van Maxeda, dat eigenaar is van onder meer de Praxis-winkels. In 2010 wordt V&D verkocht aan het Amerikaanse Sun Capital.
Aanhoudende problemen
Maar ook onder de nieuwe eigenaar komt V&D niet uit de problemen. De winkels lijden verlies en komen in geldnood. Daarom wordt begin dit jaar van het personeel gevraagd om bijna 6 procent loon in te leveren. De vakbeweging gaat niet akkoord. De bonden zijn onder meer bang dat het personeel een lagere WW-uitkering zal krijgen, als het concern alsnog failliet gaat. Er volgen rechtszaken en uiteindelijk gaat de loonsverlaging niet door.
Wel verdwijnen er 400 banen. Ook lukt het V&D een huurverlaging af te dwingen en als ook Sun Capital extra geld in het bedrijf steekt, lijkt er voorlopig een oplossing te zijn. Maar als de Amerikaanse eigenaar besluit de investering toch niet te doen, blijkt dat die vier jaar nog geen zes maanden zijn geworden.