Amsterdamse metro neemt afscheid van laatste Zilvermeeuw
De Amsterdamse metro heeft afscheid genomen van de laatste Zilvermeeuw. Het is het einde van een tijdperk: het metrostel (model koekblik) heeft jarenlang dienst gedaan voor het GVB.
De Zilvermeeuw reed sinds de opening van het Amsterdamse metronet door de hoofdstad. "Je ziet de Zilvermeeuw en je denkt aan Turks fruit en aan de tijd dat Zuidoost nog gewoon de Bijlmer was", schreef Het Parool in een afscheidsartikel over de metrostellen.
De Amsterdamse metro opende in 1977, na jaren van tegenstand tegen de sloop in de binnenstad die ermee gepaard ging. Met de ondergrondse kon Amsterdam zich eindelijk meten met steden als Londen, New York, Parijs en Rotterdam.
Al snel kreeg het openbaar vervoer echter ook te maken met overlast zoals graffiti en junkies. Omdat er nog geen efficiënte manier was om graffiti van de metrostellen te wassen, bleven ze vaak felgekleurd rondrijden.
Na bijna veertig jaar trouwe dienst worden de Zilvermeeuwen nu vervangen door nieuwere metrowagons, die ook op de Noord/Zuidlijn gaan rijden. De andere Zilvermeeuwen waren begin december buiten gebruik gesteld. In totaal heeft het GVB negentig metrostellen, waarvan 28 nieuwe genaamd Metropolis.
"We hebben het uiterste van de Zilvermeeuw gevraagd", schrijft het GVB over het afscheid. "Dit type metro is aan zijn welverdiende pensioen toe."
Voor de laatste rit moesten passagiers zich vooraf inschrijven. Samen met genodigden zoals oud-metrobestuurders reden ze feestelijk van de lijnwerkplaats in Diemen naar metrohalte Gaasperplas.
De laatste rit vond plaats met het metrostel nummer 23. Dat was hetzelfde nummer als waarmee prinses Beatrix en prins Claus op 14 oktober 1977 het Amsterdamse metronet openden.
Van de 44 Zilvermeeuwen die er op het Amsterdamse metronet hebben gereden, ging er eentje verloren bij een brand en zijn er 42 inmiddels gesloopt. Het GVB hoopt voor de laatste een plekje te vinden in een vervoersmuseum.