Crisisbeheersing rond MH17 moest op gang komen
Nabestaanden van slachtoffers van vlucht MH17 waren ontevreden over de steun en opvang in de eerste dagen na de ramp. Maar na de Dag van Nationale Rouw groeide de waardering. Dat blijkt uit een rapport van de Universiteit Twente waarin de crisisbeheersing in de eerste weken na 17 juli is onderzocht. Het rapport is geschreven in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Argwanend
Nabestaanden die naar Schiphol gingen op 17 juli, ervoeren de opvang door medewerkers van Schiphol en Malaysia Airlines als overwegend positief. Maar de hulp van de Rijksoverheid vonden de nabestaanden in de eerste dagen na de ramp onprofessioneel en vervelend. Ze konden zeer moeilijk contact leggen met de betrokken instanties in de eerste uren na de ramp en ze werden ook regelmatig onprofessioneel of argwanend bejegend. Daarnaast ervoeren nabestaanden een gebrekkige coördinatie bij die eerste opvang. Zo werden ze soms niet teruggebeld terwijl dat wel was afgesproken.
Formeel bericht
Ook heeft ongeveer een derde van de nabestaanden nooit een formeel bericht ontvangen dat hun dierbaren aan boord waren van vlucht MH17.
Vanaf de Dag van Nationale Rouw, op 23 juli, veranderde dit oordeel. De ceremonies bij aankomst van de stoffelijke resten en de nationale herdenking waardeerden de nabestaanden juist enorm. Ook de grote persoonlijke betrokkenheid van bewindslieden, leden van het Koninklijk Huis en burgemeesters is een grote steun geweest voor veel nabestaanden.
Voortvarend
De onderzoekers van de TU Twente zijn positief over de manier waarop de overheid de crisis heeft aangepakt, met uitzondering van het begin. “De eerste crisisrespons rond vlucht MH17 verliep onnodig moeizaam en complex, omdat de nationale crisisbeheersingsorganisatie onvoldoende gericht was op samenwerking met en tussen betrokken organisaties en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie”, schrijven de onderzoekers. Andere noodzakelijke activiteiten werden wel voortvarend opgepakt, zoals crisiscommunicatie, internationale diplomatie en de organisatie van de dag van nationale rouw.
Al met al is de conclusie dat de overheid er ondanks de complexe omstandigheden en de moeizame eerste dagen gaandeweg in geslaagd is om de crisis op een adequate wijze te beheersen.