Technische studies zitten in de lift

Studenten kiezen steeds vaker voor een technische opleiding. Aan de TU Delft begonnen dit jaar 5 procent meer eerstejaars aan een studie dan het jaar daarvoor en aan de TU Eindhoven is het aantal eerstejaars zelfs met 14 procent gegroeid. Bij veel andere universiteiten hebben zich juist aanzienlijk minder studenten ingeschreven.

De toenemende populariteit van natuur en technische studies volgt na een jarenlange campagne. Het Platform Bèta Techniek (PBT) spreekt van een versnelling in de groei.

Scheve verhoudingen

Al sinds 2004 is het PBT bezig om studies op het gebied van natuur en techniek onder de aandacht te brengen. "Veel bètastudies zijn vernieuwd en leerlingen hebben een beter beeld van het werkgebied door de samenwerking met bedrijven", zegt de PBT. Daarnaast bestaat sinds 2013 het Techniekpact. Volgens de vereniging van universiteiten heeft dit pact de groei een extra impuls gegeven.

Het PBT vindt dat de balans tussen de instroom van studenten bij alfa- en bètastudies lang scheef geweest is. Elf jaar geleden begon minder dan 20 procent van de studenten aan een bètastudie. De verhoudingen lijken nu dus steeds meer recht te worden getrokken. Inmiddels is de instroom van studenten bij bètastudies bijna 10 procent hoger.

Hard nodig

De FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, juicht de toename van het aantal bètastudenten toe. Opgeleide technici zijn volgens de FME hard nodig. "Er zijn nu niet genoeg mensen om de vacatures in te vullen", zegt een woordvoerder.

De werkgevers verwachten groei in de sector, doordat de economie weer opkrabbelt. "Dat zal de vraag naar technici alleen maar doen toenemen."

Het PBT zegt dat de banen in de toekomst een ander karakter zullen hebben. "Techniek sijpelt door in alle sectoren." Hierdoor zullen ook buiten de technische sector steeds meer opgeleide technische mensen nodig zijn. Een voorbeeld is de gezondheidszorg, waar in de toekomst robots in zullen worden gezet om zorg op afstand te bieden.

Chipfabrikant ASML is ook positief. "Maar we zijn er nog niet", zegt het bedrijf. ASML is bang dat bedrijven denken dat de klus is geklaard, nu de aanwas van studenten aan technische studies groeit. Maar op dit moment merken bedrijven nog niets bij de uitstroom. "We moeten dus een aantal jaren wachten om te zien of er echt meer afgestudeerde technici bij komen."

Ook het Platform Bèta Techniek benadrukt dat aandacht voor technische studies nodig blijft. "Het streven is dat 40 procent van de studenten kiest voor een technische studie."

Niet altijd banen

Volgens de vereniging van universiteiten VSNU staan er niet in alle technische sectoren veel vacatures open. Bij onder meer de studie architectuur is er niet voor alle afgestudeerden een baan. In de ict-sector is wel een grote vraag naar personeel. "Deze tak is constant in ontwikkeling, waardoor de vraag naar technisch opgeleid personeel blijft bestaan", aldus de vereniging.

Werkgeversplatform VNO-NCW bevestigt dat er vanuit het bedrijfsleven veel vraag is naar technisch talent. Tot nu toe zijn er geen klachten van bedrijven dat studenten geen aansluiting vinden binnen de sectoren. Daarnaast kunnen technisch opgeleide studenten volgens de ondernemingsorganisatie ook snel een baan vinden buiten de technische sector, zegt ook VNO-NCW.