Ruzie over het mbo: minister Bussemaker wil dat grote mbo's zich opsplitsen. Ze denkt dat leerlingen daardoor beter onderwijs krijgen. Onzin, zegt de MBO Raad, die de mbo-scholen vertegenwoordigt: "Grote mbo's zijn niet per se verkeerd." Wie heeft er gelijk?
Eerst even de plannen: Bussemaker wil dat mbo-scholen met meer dan 5000 leerlingen zich opsplitsen in colleges. Eentje voor techniek bijvoorbeeld, en eentje voor zorg. Zij denkt dat er zo meer aandacht komt voor leerlingen en dat dat weer leidt tot betere prestaties.
Een mbo'er moet zich geen nummer voelen in een grote logge organisatie, waar hij of zij anoniem door de gang loopt.
Op de mbo's zelf snappen ze Bussemaker wel, aandacht voor leerlingen is het belangrijkste. "Maar we zitten niet te wachten op het aanvullen van wet- en regelgeving om kleinschaligheid af te dwingen", zegt de voorzitter van ROC Twente waar 20.000 leerlingen op zitten.
De school is over verschillende locaties verdeeld en de leerlingen die wij daar spraken waren heel tevreden. "Als ik ergens niet uitkom dan kan ik dat gewoon vragen."
Ik voel me zeker geen getalletje
Dan de cijfers: meer dan de helft van de mbo-scholen heeft meer dan 5000 leerlingen. Daar zitten een paar hele grote tussen, maar dat betekent volgens de MBO Raad niet dat het ook megascholen zijn. Ze zijn volgens de raad vaak al in meer of mindere mate opgesplitst: de drie grootste hebben bijvoorbeeld al verschillende locaties.
Louise van de Venne, docent Onderwijskunde aan de Universiteit van Utrecht, deed eerder onderzoek naar het mbo. Zij denkt dat Bussemaker wel een punt heeft. "Kleinschaliger is prettiger voor leerlingen", zegt ze. "Ook in de bebouwing. Het is fijn als bepaalde groepen leerlingen en docenten bij elkaar zitten, zoals bijvoorbeeld op het ROC Midden Nederland."
We zitten met technische studenten in één vleugel van de school en daardoor hebben we meer contact met de docenten.
Volgens Van de Venne gaat het wel met veel mbo's al de goede kant op, zoals de MBO Raad ook aangeeft. "Maar in het geheel is het mbo nog niet zover. Kleinschalig onderwijs is ook afhankelijk van hoeveel docenten er zijn. Wat Bussemaker nu precies wil veranderen, dat moeten we afwachten."
Volgens de MBO Raad gaat het vooral om een papieren plan. "Alsof de leerlingen er iets van merken als de collegedirecteur meer bevoegdheden krijgt dan de collegevoorzitter", zegt voorzitter Jan van Zijl. "Kleinere klassen krijg je alleen als het onderwijs meer geld krijgt. Ik geloof niet dat dat in de plannen voorkomt."