Gerard Spong legt aan Thaise advocaten het gedoogbeleid uit
NOS Nieuws

'Misleidende rol Nederland bij veroordeling Nederlander in Thailand'

Advocaat Gerard Spong vindt dat het Openbaar Ministerie een zeer dubieuze en misleidende rol heeft gespeeld in de zaak van Johan van Laarhoven in Thailand. De oud-coffeeshophouder van The Grass Company is vandaag veroordeeld tot 103 jaar celstraf, waarvan hij er zeker twintig moet uitzitten.

De Thaise rechter oordeelde dat Van Laarhoven in Thailand geld wilde witwassen dat hij in Nederland had verdiend met de handel in softdrugs. Spong, die Van Laarhoven en zijn vrouw vanuit Nederland bijstaat, zegt dat Van Laarhoven een vergunning had voor de coffeeshops en keurig belasting heeft betaald.

Vorig jaar werd het stel opgepakt in Thailand, naar aanleiding van een brief van het Openbaar Ministerie in Brabant, die door de politie-liaison van de Nederlandse ambassade werd overhandigd. In de brief vraagt de officier van justitie in Breda aan Thailand om een strafrechtelijk onderzoek te beginnen naar Van Laarhoven. Er staat in dat hij verdacht wordt van het witwassen van geld, verdiend aan de handel in drugs.

'Misleidende voorstelling van zaken'

In het verzoek stond niets over het gedoogbeleid in Nederland, zegt Spong. "De officier van justitie heeft een misleidende voorstelling van zaken gegeven door dat te verzwijgen." Ook Nederlandse politiemensen die als getuige in Thailand waren opgeroepen, hebben daar niets over gezegd.

"Als je als officier van justitie zo'n verzoek doet, dan is het in hoge mate voorzienbaar dat de Thaise justitiële autoriteiten met groot vertoon van macht uitrukken, een aanhouding verrichten en zelfstandig hun gang gaan. En dat is ook gebeurd", zegt Spong.

Het advocatenkantoor vindt dat het Nederlandse OM Van Laarhoven heeft uitgeleverd aan de Thaise autoriteiten, wetende dat zij aan drugszaken zwaar zouden tillen. "Het gaat om een vervolging voor witwassen van in Nederland verdiende opbrengsten uit door Nederland gedoogde coffeeshops, waarbij de vervolging op Nederlands verzoek plaatsvond en de gehele bewijslevering uit Nederland afkomstig is", laat het advocatenkantoor van Spong weten.

Elk land heeft zijn eigen strafrechtelijke regels en merites en of die in dit geval een te zware straf hebben opgeleverd, daar wil ik me niet over uitlaten.

Charles van der Voort, hoofdofficier van justitie in Breda

Het Openbaar Ministerie verwijst in een reactie naar de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag, dat eerder oordeelde dat er niets mis is met het verzoek van het OM aan de Thaise autoriteiten.

De hoofdofficier van justitie in Breda noemt de veroordeling van de Thaise rechtbank volstrekt begrijpelijk. "Elk land heeft zijn eigen strafrechtelijke regels en merites en of die in dit geval een te zware straf hebben opgeleverd, daar wil ik me niet over uitlaten", zegt hoofdofficier Van der Voort. Hij voegt eraan toe "blij" te zijn met de samenwerking met zijn Thaise collega’s.

Gedoogbeleid moeilijk uit te leggen

Spong vindt de uitspraak allesbehalve begrijpelijk en wijst vooral naar het OM in Breda. "De Thaise justitiële autoriteiten zeggen heel eenvoudig dat meneer Van Laarhoven zijn geld heeft verdiend met drugs", zegt de advocaat. "Het maakt ze niet uit of dat een handel is geweest die door de Nederlandse justitie en overheid gedoogd wordt. Ze zeggen: het is drugsgeld en als je dat hier investeert is dat witwassen."

Thaise advocaten, waarmee Spong nauw samenwerkt, hebben geprobeerd het gedoogbeleid uit te leggen. "Het kost de grootste moeite om ze duidelijk te maken dat handel in softdrugs hier getolereerd wordt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl