Jagers willen verwilderde katten afschieten
De Koninklijke Jagersvereniging wil dat er weer meer verwilderde katten worden afgeschoten. Als de dieren verwilderd zijn en het baasje onbekend is, is dat volgens de vereniging de beste optie.
De jagers zeggen dat de verwilderde katten niet thuis horen in de Nederlandse natuur. Ze richten een slachting aan onder beschermde diersoorten, zoals hazelwormen, vleermuizen en weidevogels. Daarnaast verspreiden de katten vaak ziekten.
Volgens de Jagersvereniging lopen er tussen de 136.000 en 1,2 miljoen verwilderde huiskatten rond in Nederland. Zij hebben geen eigenaar en veroorzaken veel overlast. Afschot is de beste optie, zeggen de jagers.
Verbod
In de Tweede Kamer is juist eind 2013 een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om het afschieten van katten te verbieden. Ondertussen hebben verschillende provincies een verbod ingevoerd, maar in Friesland, Overijssel en Utrecht gebeurt het nog steeds. Noord-Brabant is pas deze maand gestopt met het afschieten van de katten.
De Dierenbescherming is fel tegenstander van het afschieten van de katten. De vereniging wil dat de dieren worden gevangen, gesteriliseerd en weer worden vrijgelaten.
Dat is voor de Jagersvereniging geen optie, omdat het verspreiding van dierziekten niet tegengaat. Daarnaast voorkomt het niet dat er andere dieren worden gedood. "Door deze verwilderde katten weer aan hun lot over te laten, onttrekt de uitzetter zich aan zijn zorgplicht, zowel jegens de verwilderde huiskatten als jegens de inheemse fauna."