'Duitse auto-industrie machtige club in Brussel'
De Duitse auto-industrie is oppermachtig in Brussel. Al jaren krijgt de sector het voor elkaar om de invoering van betere en betrouwbaardere uitstoottesten te dwarsbomen, zegt correspondent Arjan Noorlander. "De lobbyisten proberen vooral het Europees Parlement en de Europese Commissie ervan te overtuigen dat de testen niet zomaar veranderd kunnen worden."
Dat doen ze met succes, zegt Noorlander. De huidige testen stammen uit de jaren 70. "Elke keer weten lobbyisten het voor elkaar te krijgen te voorkomen dat die testen aangepast worden." De uitstoot-testen zijn al langer onderwerp van gesprek, maar sinds er frauduleuze software in auto's van Volkswagen werd gevonden staat het onderwerp boven aan de Brusselse agenda. Al in 2007 werd gesproken over nieuwe testen, maar ook die zijn door de lobby tegengehouden.
De auto-industrie krijgt het keer op keer voor elkaar wat voor hen belangrijk is.
In Brussel zijn 240 lobbyisten voor de auto-industrie actief, vertelt Noorlander. "Voor Volkswagen, het grootste autobedrijf van Europa, zijn dat er 43. Ze zijn overigens niet de enige, de lobby van de bankensector is nog veel groter." In totaal lopen er 30.000 lobbyisten rond in Brussel, onder wie ook een aantal van milieubewegingen en andere belangengroepen.
Het is moeilijk voor politici om tegenwicht aan de autosector te bieden. "Het lukt de auto-industrie keer op keer om voor elkaar te krijgen wat voor hen belangrijk is. De Duitse economie is daarbij gebaat, dus ook Duitse politici zijn daar gevoelig voor."
In Brussel gaan stemmen op om de autolobby even aan de kant te zetten, en de strengere testen door te voeren, zegt Noorlander. "Maar of dat lukt is de vraag, want de sector zal zeker proberen de testen tegen te houden."
Software hacken
Het gesjoemel met uitstoot-waardes houdt ook Milieudefensie bezig. De organisatie gaat auto’s van verschillende merken aanschaffen en hackers inzetten om de software van die auto’s te kraken. "Ik denk dat de auto-industrie weer nieuwe software gaat maken om te sjoemelen. De enige manier om dat tegen te gaan is om dat bloot te leggen. Als Brussel dat niet doen, doen wij het", zegt Ivo Stumpe van Milieudefensie.
Elke auto wordt tegenwoordig aangestuurd door een chip die allerlei dingen die in en rond de auto gebeuren monitort en daarop de motorprestaties op aanpast, legt hij uit. "Dat is nodig, want daardoor rijden auto’s schoner en zuiniger. Maar het wordt dus ook gebruikt om de testen te saboteren."
Volgens Stumpe is het hacken van de chips niet illegaal. "Hacken is eigenlijk inbreken in de computer van iemand anders. Dat mag niet. Maar als ik een auto koop, dan is het voertuig en de computer van mij. Dus ik breek als het ware in mijn eigen huis in. En dat mag."
Het openbaar maken van de software op de chip is volgens hem wel grijs gebied. "Maar wij vinden het belang van de volksgezondheid belangrijker dan het recht van een bedrijf op die software waarmee ze met de uitstootwaardes sjoemelen."
Volgens juristen kan Milieudefensie de motor zonder problemen hacken. "De motor is intellectueel eigendom van de fabrikant, maar als je een misstand wil aantonen weegt het informatierecht of het belang van uitingsvrijheid zwaarder", zegt hoogleraar Dirk Visser. "Alleen als je intellectueel eigendom kraakt met een commercieel doel heb je een probleem."