Meer dan de helft basisscholen niet op glasvezel
Basisscholen moeten zo snel mogelijk geld krijgen om allemaal een glasvezelverbinding te krijgen. Daarvoor pleit de PO-Raad, het orgaan dat de belangen van het basisonderwijs behartigt. Alle scholen zouden in 2018 een snelle internetverbinding moeten hebben, omdat in dat jaar alle groepen 8 een digitale eindtoets krijgen.
Op dit moment heeft 59 procent van de basisscholen geen glasvezelverbinding. Dat komt neer op ruim 4000 basisscholen. Vooral buiten de grote steden moeten veel scholen het doen met een tragere verbinding. Enkele honderden scholen kunnen zelfs alleen via een telefoonlijn internetten.
Volgens de PO-Raad is Den Haag nog niet voldoende doordrongen van de noodzaak van glasvezel voor alle basisscholen. "Er is enorm veel lesmateriaal online beschikbaar gekomen de afgelopen jaren", zegt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. "Dat vraagt steeds meer dataverbruik. In veel gevallen volstaat de verbinding die de school heeft niet meer."
Draadloos
Uit onderzoek blijkt verder dat 1 op de 13 scholen geen wifi heeft. Van de scholen die dat wel hebben, geeft een derde aan dat het wifi-signaal niet in de hele school te ontvangen is.
Gezien de wettelijk opgelegde digitale eindtoets in 2018, een toets die wordt aangepast aan het niveau van ieder kind, is een snelle internetverbinding geen luxe maar een verplichting, zegt de PO-Raad.
De raad denkt dat sommige scholen het zelf kunnen oplossen, andere niet. Die hebben niet de middelen om zelf de glasvezelverbinding te bekostigen. De PO-Raad wil daarom dat de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken, de provincies en de gemeenten geld beschikbaar stellen voor die scholen.
Om hoeveel geld het precies gaat, kan Den Besten niet zeggen. "Maar zelf aanleggen is veel te duur. Als gemeenten en bedrijven meebetalen, dan kan het. Dat soort samenwerkingsverbanden heeft in verschillende regio's met succes glasvezel aangelegd in dorpen en steden."