Goudzoeken in de Rijn: we worden er niet rijk van
Goud wordt steeds minder waard. Dat is niet alleen vervelend voor beleggers, maar ook voor goudzoekers. In Nederland zijn er ook een paar. Ze zijn vooral te vinden langs de kleine strandjes aan de Rijn bij Spijk, waar de rivier ons land binnenkomt.
Job Spijker is één van die goudzoekers. Hij doet het als hobby. Met het hele gezin is hij naar Spijk gegaan, met een emmer, een schep en een schaal - een goudpan.
Gele rivier
Op het strand schept hij vooral donker zand met grind in de pan. "Daar zit het goud in, denk ik". Als de emmer vol zit stappen we het water in om het goud te ontdekken.
De Rijn is een zogenoemde gele rivier. Uit gesteenten neemt het water gouddeeltjes mee. Als in de winter het water hoog staat worden die deeltjes met het sediment afgezet achter de strekdam en komen ze op het strand terecht.
"We wassen het goud. Doordat het 18 keer zwaarder is dan zand zakt het naar de onderkant van de pan", zegt Spijker.
Gele spikkeltjes
Job Spijker krijgt vaak vragende blikken van mensen die geen idee hebben wat hij aan het doen is. "Vaak kijken ze je ongelovig aan als ik zeg dat ik naar goud zoek. De meeste mensen denken dat je alleen in Amerika goud kan vinden. Sommigen verklaren me voor gek."
Maar Spijker vindt wel degelijk goud, al zegt hij erbij dat het ook niet zo veel voorstelt. "We worden er niet rijk van hoor".
Ook nu vinden we uiteindelijk echt goud. Kleine gele spikkeltjes. Speldenpuntjes, heel fijn Rijngoud. Bij elkaar is het nauwelijks een milligram In een beetje trouwring zit 5 tot 7 gram. Maar we hebben wel goud gevonden.