Korpschef: schietende agent niet vervolgen voor doodslag
Agenten die geweld gebruiken moeten juridisch anders worden beoordeeld dan burgers. Ze moeten niet vervolgd worden voor "een gewoon misdrijf" zoals (poging tot) doodslag of mishandeling, zegt korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie.
De rechter moet in een dergelijke zaak toetsen of de politieagent zich heeft gehouden aan de regels die de ambtsinstructie stelt aan het toepassen van geweld, aldus Bouman.
De korpschef komt met zijn pleidooi na de uitspraak tegen de twee agenten die de Rotterdammer Mike Stok doodschoten. De rechter achtte de politiemensen schuldig aan doodslag en poging tot doodslag, maar ontsloeg hen van rechtsvervolging.
Onrust
In de afgelopen weken dienden enkele rechtszaken tegen agenten die tijdens hun werkzaamheden geweld hadden gebruikt. Dat leidde onder politieagenten tot de nodige onrust. Bouman riep hen op het hoofd koel te houden en pleitte bij die gelegenheid al voor duidelijker geformuleerde regels rond het gebruik van geweld.
In een verklaring schrijft Bouman nu dat politiemensen die geweld gebruiken een andere behandeling verdienen dan burgers, omdat ze in hun werk soms genoodzaakt zijn geweld te gebruiken.
Aanpassing
Agenten moeten daar uiteraard verantwoording voor afleggen, schrijft Bouman, maar daarbij moet de rechter alleen toetsen of de voorschriften die politiegeweld reguleren, goed zijn toegepast.
Bouman is geen voorstander van het oprichten van een aparte onderzoeksraad of ´politiekamer´. "Alleen een aanpassing van het strafrecht biedt de gewenste garanties."