Afscheidsbrieven prinselijke maîtresse Oostenrijk gevonden
In Oostenrijk zijn afscheidsbrieven opgedoken van Mary Vetsera, de maîtresse van de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Rudolf. De twee pleegden in 1889 zelfmoord vanwege hun gedoemde liefde.
"Vergeef me wat ik heb gedaan. Ik kon de liefde niet weerstaan", schrijft Mary aan haar moeder. "Ik ben gelukkiger in de dood dan in het leven."
Losbandig leven
Rudolf was de enige zoon van keizer Frans Jozef en zijn vrouw Elisabeth, in Nederland vooral bekend als Sisi. Hij was getrouwd, maar leidde een losbandig leven. Zo legde hij het ook aan met de jonge barones Mary Vetsera.
Op 30 januari werden de lichamen van Rudolf (30) en Mary (17) gevonden in het jachtslot Mayerling. Ze hadden zelfmoord gepleegd omdat Frans Jozef hun relatie had verboden. Rudolf had brieven aan zijn vrouw en moeder achtergelaten.
Er was bekend dat ook Mary afscheidsbrieven aan haar moeder, broer en zus had geschreven, maar men ging ervan uit dat die vernietigd waren. Nu doken ze op in het archief van een bank. De brieven werden daar in 1926 in bewaring gegeven, samen met andere belangrijke papieren van de familie Vetsera. Door wie, is onbekend.
Mijn lieve Feri, Ik kon je helaas niet meer zien. Leef goed, ik zal uit de andere wereld over je waken, omdat ik je zo lief heb. Je trouwe zus, Mary
"Enkele uren voor mijn dood wil ik je gedag zeggen", schrijft Mary aan haar zus in de langste van de drie brieven. "We gaan zalig in het ongewisse hiernamaals."
In de brief aan haar zus keuvelt Mary verder nog wat over de gebeurtenissen van de afgelopen tijd en benadrukt ze dat ze "alles uit vrije wil en zonder hulp" heeft gedaan. Daarnaast drukt ze haar zus op het hart: "Trouw alleen uit liefde".
De Nationale Bibliotheek van Oostenrijk noemt de brieven een sensationele vondst. De schrijfsels zullen volgend jaar te zien zijn op een tentoonstelling ter ere van de honderdste sterfdag van Frans Jozef.