ABN Amro: van goudhaantje naar staatskip
André Meinema
Verslaggever economie
André Meinema
Verslaggever economie
Na zeven jaar als staatsbank gaat ABN Amro terug naar de beurs. Maar de bank is wel een stuk kleiner dan voor de crisis. Net als de rest van de financiële sector in Nederland.
Vlak voor de financiële crisis telde ons land meer dan driehonderd banken, waaronder drie heel grote. De financiële sector is dan goed voor meer dan honderdduizend banen. De grootte van de bankensector is een unicum. Opgeteld hebben ze een omvang van bijna 2500 miljard euro, vier keer zo groot als de hele Nederlandse economie. Nederlandse banken vormen één van de grootste bankensectoren in Europa. ING en ABN Amro staan in de top 20 van grootste banken ter wereld.
Rond de eeuwwisseling dromen bankiers van grote, internationale, toonaangevende en vooral winstgevende banken. De economische groei, de euro, en de exploderende beurskoersen zorgen voor de wind in de rug. Rijkman Groenink, Michel Tilmant, Jean Paul Votron, Bert Heemskerk, Sjoerd van Keulen, en Dirk Scheringa zijn de grote en kleine sterren aan het bankenfirmament.
Aanjagers
ING, ABN Amro en Fortis trekken de wereld in, met in hun kielzog andere banken, verzekeraars, advocaten en consultants. De nieuwe bankiers worden mannen van het grote geld, met stoutmoedige overnames, klinkende winstcijfers en veel Hollands glorie. Beurskoersen en winstcijfers zijn de graadmeters en aanjagers. Aandeelhouderswaarde creëren, heet het.
In luttele jaren groeit de Nederlandse financiële sector uit tot een wereldspeler en een belangrijke economische en financiële factor. De Amsterdamse Zuidas wordt een soort icoon. Nederland is te klein als thuismarkt. Banken willen meer markten. Links en rechts kopen ze andere banken op en lijven ze in.
ABN Amro zet voet aan wal of breidt de belangen uit in de Verenigde Staten, Brazilië en Italië. Soms leidt dat tot bijna hilarische overnamegevechten en politieke intriges, zoals de soap rond de Italiaanse bank Antonveneta in 2005.
Kaper
Beurskoersen en aandeelhouders gaan een steeds belangrijkere rol spelen. Rendement telt zwaar. ABN Amro wordt eind 2006, begin 2007 opgejaagd door de activistische aandeelhouder TCI, een hedgefonds. Die vindt dat de bank zich moet opsplitsen om een beter rendement te behalen. ABN Amro verzet zich daartegen en gaat in de tegenaanval. De bank wil worden overgenomen en fuseren met de Britse bank Barclays.
Er duikt echter onverwacht een andere kaper op. Een gelegenheidsconsortium van drie banken met het Spaanse Santander, het Belgische Fortis en de Britse Royal Bank of Scotland. Ze willen elk een stuk van ABN Amro. Een heftige biedingenstrijd is het gevolg.
DNB protesteert tegen de opsplitsing en topman Rijkman Groenink wijst het bod af. Het trio wint, omdat de aandeelhouders kiezen voor het hoogste bod: 71 miljard euro. ABN Amro wordt eind 2007 in stukken gehakt en verdeeld onder de drie. Fortis krijgt ABN Amro Nederland in handen.
Kapseizen
Dan barst de financiële crisis los. Kapitaalmarkten lopen vast en banken raken in problemen. Fortis krijgt de miljardenaankoop niet gefinancierd en staat op omvallen. In die val zou het ABN Amro meesleuren. Het Nederlandse financiële stelsel en betalingsverkeer dreigt te kapseizen.
Begin oktober 2008 trekken toenmalig minister Bos van Financiën en De Nederlandsche Bank halsoverkop naar Brussel en besluiten kordaat ABN te nationaliseren. Voor 16,8 miljard euro wordt de staat eigenaar van het Nederlandse deel van Fortis, te weten ABN Amro Bank Nederland, Fortis Bank Nederland en verzekeraar ASR.
Oud-minister van Financiën Gerrit Zalm wordt weggehaald bij DSB bank en benoemd tot bestuursvoorzitter van de staatsbank. Aan hem de taak om ABN Amro en Fortis Bank Nederland door de crisis te loodsen en aaneen te smeden. De reorganisatie gaat gepaard met duizenden ontslagen.