Weinig bijval voor boerka-plan

De eerste politieke reacties op het plan voor een beperkt boerkaverbod lopen sterk uiteen. PVV-leider Wilders vindt het "slappe hap". Hij noemt het niet niks en een stapje in de goede richting, maar volstrekt onvoldoende.

Wilders wil een totaalverbod en wijst erop dat de Tweede Kamer tien jaar geleden, met steun van het CDA, een motie van zijn hand heeft aangenomen voor een algeheel boerkaverbod.

"Mensen die totaal onzichtbaar zijn, vrouwen die nooit zullen integreren, waarom mag dat zomaar op straat? Waarom mag een boerka niet in de bus, maar wel bij Albert Heijn? Waarom niet in de bibliotheek, maar wel op straat?", zegt Wilders. Hij zal in de Kamer proberen het voorstel uit te breiden tot een verbod op het dragen van een boerka in heel Nederland.

Symboolpolitiek

D66-Kamerlid Gerard Schouw vindt dat met het beperkte verbod de "symboolpolitieke toverdoos weer is opengetrokken".

Annelies Moors, hoogleraar antropologie aan de UvA, schreef in 2009 het rapport Gezichtssluiers, draagsters en debatten. Destijds droegen volgens haar ongeveer 150 vrouwen altijd een boerka als ze de deur uit gingen en hooguit 400 vrouwen af en toe.

Bekeerlingen

Nieuw onderzoek is er niet gedaan, maar dat is volgens haar ook niet zinvol, omdat het grofweg nog steeds om dezelfde groep en dezelfde aantallen gaat. De boerkadraagsters zijn volgens Moors bijna allemaal vrouwen die hier zijn geboren of bekeerlingen.

"Het zijn in elk geval geen zielige, onderdrukte vrouwen die uit het buitenland zijn gehaald, zoals veel mensen dachten. Je moet ook wel stevig in je schoenen staan om met een sluier over straat te gaan. Je krijgt zo veel over je heen."

Een boerkaverbod vindt Moors zinloos en een vorm van symboolpolitiek. Ze vraagt zich ook af wat de aanleiding is om het verbod weer van stal te halen. "In de maatschappij is er in elk geval geen enkele behoefte aan."

Het onderwijs en voor zover ze weet ook vervoersbedrijven en zorginstellingen kunnen zelf bepalen welke regels voor kleding er gelden. Ook daarom vindt Moors een boerkaverbod zinloos.

Religieuze vrijheid

Yassin Elforkani van het Contactorgaan Moslims en Overheid begrijpt dat het verbod voor bepaalde specifieke plekken kan gelden. Hij wijst er wel op dat de overheid een grote verantwoordelijkheid draagt als het gaat om het recht op religieuze vrijheid. "In omringende landen zie je eerst een boerkaverbod, dan mogen hoofddoekjes niet meer en vervolgens mag er helemaal niets meer. Die religieuze vrijheid moet worden bewaakt."