'Geen droog brood te verdienen in kledingwinkels'
De kledingbranche heeft in de achterliggende crisisjaren de winst zien verdampen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft becijferd dat het bedrijfsresultaat daalde van ruim 500 miljoen euro in 2010 naar nog geen 150 miljoen euro in 2013.
De daling van de verdiensten in de detailhandel raamt het CBS voor die periode op 16 procent, in de kledingbranche daalde de winst met ruim 70 procent. De belangrijkste oorzaak van de scherpe daling is dat de bedrijfskosten zoals huisvesting en personeel wel hoog bleven.
Ruim de helft van de bedrijfskosten voor een kledingwinkel gaat op aan de inkoop. De personeelskosten zijn goed voor bijna eenvijfde, en de huisvesting kost de winkelier zo'n 12,5 procent. In de crisisjaren namen de huisvestingskosten toe met bijna 7 procent en de personeelskosten met 1,5 procent, ondanks de ontslagen die er vielen. De stijging van de personeelskosten verklaart het CBS door hogere sociale premies.
Zorgenkind
In de periode 2010-2013 is 700 miljoen euro minder omgezet, maar de kosten daalden met maar 300 miljoen. Er werd bezuinigd op de inkoop, communicatie, energieverbruik, inventaris en reclame, maar dat was niet genoeg om de wegvallende omzet op te vangen.
"In de kledingbranche was bijna geen droog brood te verdienen", zegt NOS-economieredacteur André Meinema. "Voorraden bleven in de rekken hangen, met grote kortingen verkocht en daar werd dus weinig of niks aan verdiend." Ook de textielsupermarkten zagen omzet en winst teruglopen.
De omzet van kledingwinkels is nog steeds een zorgenkind. Het CBS meldde vorige week dat in het eerste kwartaal vooral bij de winkels met bovenkleding de omzet en de opbrengsten onder druk staan door lagere prijzen.
In de voorbije tijd hebben diverse kledingwinkels de deuren gesloten of een doorstart gemaakt, zoals Miss Etam, Promiss, Mexx, Thom Broekman en Henk ten Hoor.
