'Nu is de deur van de schuldhulp voor mij weer gesloten'
Het leven van René uit Amsterdam ontrafelde snel. Hij verloor in korte tijd twee dierbaren, psychiatrische problemen werden erger en hij raakte in de schulden. Toen hij aanklopte bij de gemeentelijke schuldhulpverlening was het antwoord kort: "We kunnen je niet helpen, want je hebt een koopwoning".
René (hij wil alleen zonder achternaam zijn verhaal doen) is een van de duizenden mensen die de gemeente tevergeefs om hulp vroegen bij schulden. Gemeentes hanteren "algemene uitsluitingsgronden" om de mensen de deur te wijzen nog voordat hun dossier is bekeken. Wie in een echtscheiding zit, een koopwoning heeft of zijn administratie niet op orde heeft, maakt geen kans.
Je gaat het ene potje met het andere vullen en uiteindelijk zie je geen uitweg meer.
Zijn eigen woning verkopen was geen oplossing voor René. "Mijn hypotheeklasten waren gelijk aan de huurkosten. En nu zijn mijn hypotheeklasten zelfs lager."
Doordat hij niet werd geholpen, stapelden de problemen zich letterlijk op voor René: de stapel rekeningen is zo'n 30 centimeter hoog. "Je gaat het ene potje met het andere vullen en uiteindelijk zie je geen uitweg meer."
"Doordat de problemen groter worden, durf je de brievenbus niet meer open te doen. Je durft de brieven niet meer te openen. Als de deurbel gaat, doe je niet open, omdat er een deurwaarder voor de deur kan staan. Het is geen leven."
Taboe
Joke de Kock van de branchevereniging voor schuldhulpverlening, NVVK, zag het vaker gebeuren. "Men zegt: gaat u eerst maar eens over uw problemen praten, gaat u eerst maar eens de scheiding regelen."
Ze spreekt schande van dergelijke praktijken. "Mensen zien dat als een enorme afwijzing. Het is ontzettend belangrijk dat je bij financiële problemen zo vroeg mogelijk om hulp vraagt. Dat is voor veel mensen taboe, dus op het moment dat je om hulp vraagt, moet je ook hulp krijgen."
Als je 1 euro investeert in schuldhulpverlening, verdien je 2 of 3 euro terug op andere terreinen.
Het verweer van gemeenten dat er nu eenmaal een beperkt budget is en er dus streng geselecteerd moet worden, vindt De Kock een schijnargument. "De gemeente heeft beperkte middelen en dus maken ze de deur heel smal. Maar er zijn onderzoeken die aantonen dat als je 1 euro investeert in schuldhulpverlening, je 2 of 3 euro op andere terreinen terugverdient."
"Vanuit de schuldhulpverlening kun je andere hulp inschakelen. Als je uit je huis wordt gezet, of je energie wordt afgesloten, of je hebt geen geld om brood te kopen, kun je ook niet werken aan andere problemen. Eerst moet die financiële basis er zijn."
Slecht advies
Bovendien wordt de situatie vaak verergerd door andere hulpverleners met goede bedoelingen, zegt De Kock. "Die zeggen dan: dat incassobureau roept zo hard, die moet je maar betalen. Maar een incassobureau kan je niet uit huis zetten of loonbeslag leggen. Die kennis hebben andere hulpverleners vaak niet, dus geven ze de verkeerde adviezen, waardoor mensen nog meer problemen krijgen."
De Kock verwacht een verdubbeling van het aantal mensen dat geholpen moet worden als de gemeenten de drempel verlagen, maar denkt wel dat de problematiek dan minder zwaar zal zijn.
René verzucht dat hij erover kan meepraten. Hij vond na twee jaar een consulent die hem, ondanks zijn koopwoning, kon helpen. "Maar ik omdat al twee jaar aan het ploeteren ben, is er een achterstand op de hypotheek ontstaan. Dus nu is weer de deur voor mij gesloten, omdat die achterstand eerst weggewerkt moet worden."