DNA moet leiden tot doorbraak in loverboy-zaak Valkenburg
Acht verdachten in de Valkenburgse loverboy-zaak moeten DNA afstaan. De mannen worden ervan verdacht dat ze seks hebben gehad met een minderjarig meisje in een hotel in het Limburgse Valkenburg.
Op bevel van het OM moeten de verdachten eind deze week of begin volgende week DNA afstaan, omdat zij ontkennen of niets willen zeggen. Het DNA wordt vervolgens vergeleken met het DNA dat van verschillende condooms en tissues is afgehaald.
Volgens de advocaat van twee van de verdachten, Ivo van den Bergh, zijn de twaalf DNA-sporen die op de hotelkamer werden gevonden belangrijk voor justitie. "Deze stap is een soort laatste strohalm, omdat de verhoren onvoldoende bewijs hebben opgeleverd."
Van den Bergh denkt dat nog meer verdachten DNA moeten afstaan. Het OM onthoudt zich van commentaar en wil het bericht niet bevestigen of tegenspreken.
Zelfmoord
De politie vond de condooms bij een inval in het hotel. Agenten namen toen ook de telefoon van de mogelijke loverboy mee. Op die telefoon werd een klantenlijst gevonden, waardoor tientallen mannen konden worden opgespoord.
Justitie denkt dat ongeveer tachtig mannen seks hebben gehad met het minderjarige meisje. Twee verdachten in de loverboy-zaak pleegden zelfmoord. Volgens Limburgse media konden zij niet meer tegen de stress door de affaire.
Verplicht afstaan
Verplicht DNA-onderzoek is mogelijk bij verdachten en veroordeelden van bepaalde misdrijven. Het gaat dan om misdrijven waarvoor ook voorlopige hechtenis mogelijk is, zoals zedendelicten, mishandeling, drugsdelicten en fraude. Een officier van justitie of een rechter-commissaris moet daartoe opdracht geven. Bij verdachten kan dat alleen als DNA-onderzoek zinvol is om de zaak op te lossen.