Boer moet voldoende grond hebben voor koeien

Melkveehouders moeten voldoende grond hebben om hun dieren naar buiten te kunnen laten en de koeienmest op kwijt te kunnen. Boeren die meer koeien willen, worden in sommige gevallen verplicht om extra grond te kopen.

Staatssecretaris Dijksma schrijft aan de Tweede Kamer dat ze op die manier de verwachte groei van de melkveebedrijven en de daarbij behorende mestproblemen in goede banen wil leiden.

Boterberg

Overmorgen, op 1 april, vervalt het Europese melkquotum dat ruim dertig jaar geleden werd ingesteld in de strijd tegen de boterberg en de melkplas. Dat betekent dat boeren dan zo veel melk mogen produceren als ze willen, zonder een boete te krijgen.

In de Tweede Kamer leefde de angst voor 'koeienfabrieken': enorme bedrijven waar de dieren nauwelijks meer buiten komen omdat de boer te weinig land heeft voor alle koeien.

Grondgebonden

Om dat te voorkomen wil Dijksma het 'grondgebonden' karakter van de melkveebedrijven versterken. Vanaf volgend jaar moeten bedrijven die uitbreiden en meer mest produceren dan in 2014, elk jaar aantonen dat ze nog genoeg grond hebben.

Een deel van de extra mest moet uitgereden kunnen worden op het land. Vooral bedrijven met veel koeien op weinig grond zullen de gevolgen van de maatregel merken.

Nu loopt ongeveer 70 procent van de koeien nog regelmatig buiten. Dijksma wil die 'weidegang' verhogen naar 80 procent in 2020. "De koe in de wei is een onmisbaar onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap", schrijft de staatssecretaris.

Kraan nog verder open

De coalitiepartijen VVD en PvdA waren net als de zuivelsector betrokken bij de plannen van Dijksma. Ze zijn dan ook positief. De milieuorganisaties zijn verdeeld. Natuur & Milieu en de Provinciale Milieufederaties noemen het "mooi nieuws voor koeien, natuur en boerenfamiliebedrijven".

Milieudefensie vindt dat de maatregelen niet ver genoeg gaan omdat het mestoverschot kan blijven groeien. "Daardoor blijft het dweilen met de kraan nog verder open."