Gronings gas: van grote belofte tot grote bedreiging
Gas was in Groningen lange tijd vooral een bron van vreugde. Er blijkt een ongelooflijke hoeveelheid gas in de bodem te zitten en het Slochterenveld blijkt een van de grootste ter wereld. Al snel wordt een netwerk van transportleidingen aangelegd door het hele land en worden apparaten als geisers en fornuizen aangepast voor aardgas. Daarnaast is het aardgas een exportproduct dat de Nederlandse staat veel geld oplevert.
Een enkeling is kritisch en waarschuwt voor bodemverzakkingen, maar wordt niet gehoord. Toch begint de NAM al in 1963 met een geheim onderzoek naar bodemdalingen als gevolg van gaswinning. Dat blijkt uit een reconstructie van NPO Geschiedenis. De provincie Groningen wordt in 1967 over het onderzoek ingelicht, maar houdt die informatie onder de pet.
Als Jan Terlouw er in 1971 Kamervragen over stelt, wordt bekend dat er op termijn grote verzakkingen worden verwacht. Toch is dit geen reden voor de NAM om over te gaan tot openbaar onderzoek.
Aardbevingen
Al in 1976 wordt de eerste beving gevoeld in het Drentse Witteveen. Volgens de NAM is er geen verband met de gaswinning. Begin jaren 90 neemt het aantal bevingen toe en wordt gesproken over een 'mogelijke relatie' met de gaswinning.
Uit metingen van het KNMI blijkt dat er sinds 1986 meer dan duizend aardbevingen in Noord-Nederland zijn geregistreerd. Daarvoor kwamen aardbevingen in dat gebied niet voor.
De bevingen worden na 2000 steeds sterker en talrijker, de afgelopen jaren zijn het er zo'n 50 per jaar. Wat eens een grote belofte was, is nu een bedreiging geworden.