Opstelten houdt bouw Goudse moskee in de gaten
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie blijft de bouw van de omstreden moskee in Gouda in de gaten houden. Vooral de financiering van de moskee noemt hij "een enorm punt van zorg".
"Ik zeg niet; dat zit wel snor", zegt de minister. "Ik vind wel dat we het voortdurend in de gaten moeten houden. Het laatste woord is er nog niet over gesproken."
Een groot deel van de Tweede Kamer wil dat de bouw van de moskee voorlopig niet doorgaat. De Kamer wil meer inzicht in een onderzoek dat het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft laten doen naar financiering vanuit het buitenland van moskeeën in Nederland.
Interventie
Volgens Opstelten is er nu geen aanleiding om "een interventie te plegen", zo benadrukt hij. De politie en het Openbaar Ministerie hebben onderzoek gedaan naar de partijen die betrokken zijn bij de bouw van de moskee, op het terrein van de leegstaande Prins Willem-Alexanderkazerne in Gouda-Noord. "Als er strafrechtelijke bewegingen zijn die niet kloppen, zullen we dat laten weten".
"Ik zeg niet; dat zit wel snor. Ik vind wel dat we het voortdurend in de gaten moeten houden. Het laatste woord is er nog niet over gesproken.
Volgens minister Asscher van Integratie wordt de moskee onder meer gefinancierd vanuit het buitenland. "Dat is ingewikkeld omdat het landen zijn waar je niet heel vrolijk van wordt," aldus de minister. Dan wordt er gekeken of de wet is overtreden of dat mensen onder druk zijn gezet door de geldschieters. "Zolang dat niet het geval is, is het wel toegestaan", zegt hij.
Hoge muur
Op het terrein komt ook een kinderdagverblijf en er zijn plannen om een hoge muur te bouwen tussen de moskee en deze kinderopvang. Volgens Asscher is het onjuist dat de moskee hierom gevraagd heeft om te voorkomen dat mannen die ter gebed gaan worden afgeleid door werkende vrouwen. "Het verzoek komt van het kinderdagverblijf om te voorkomen dat de kinderen weglopen. Dat is een prima reden."
De gemeenteraad van Gouda moet nog instemmen met het voorstel van de gemeente.