Oppositie wil opheldering over capaciteit AIVD

De fractievoorzitters van de oppositiepartijen in de Tweede Kamer willen van het kabinet opheldering over de capaciteit van de inlichtingendiensten. Ze maken zich zorgen dat de AIVD niet voldoende in staat is om terroristen en jihadisten te volgen.

Vanochtend werd bekend dat de veroordeelde jihadist Omar H. onvindbaar is. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie zegt dat zijn paspoort is afgepakt, maar dat nog onduidelijk is waar Omar H. zich bevindt.

De oppositie vindt dat premier Rutte tijdens het debat over de aanslagen in Parijs te makkelijk concludeerde dat de geheime dienst AIVD in staat is om zijn werk te doen.

Twijfels

ChristenUnie-leider Slob: "We vinden dit van zo'n groot gewicht, het gaat over de veiligheid, dat we echt duidelijkheid willen hebben en daarom hebben we gezamenlijk vragen gesteld."

D66-leider Pechtold betwijfelt of de veiligheidsdiensten, het Openbaar Ministerie en de politie voldoende capaciteit hebben om jihadstrijders te volgen en te berechten. Ook vraagt hij zich af ten koste van welke andere capaciteit dat eventueel gaat.

Nu, niet na aanslag

Het CDA wil dat er snel maatregelen worden genomen. Fractievoorzitter Buma: "Er is nu een capaciteitsprobleem en de oproep die er achter die vragen zit: doe er nu wat aan. Ik wil niet dat dat pas na een aanslag gebeurt."

PVV-leider Wilders heeft er geen vertrouwen in dat het kabinet de situatie onder controle heeft. "Nederland moet honderdduizend dingen doen. De minister van Veiligheid en Justitie kan het niet aan. Hij laat Nederland nooit winnen in de strijd tegen terrorisme."

Het is ongebruikelijk dat de fractieleden van zeven oppositiepartijen zich gezamenlijk tot de premier wenden. Volgens SP-leider Roemer zegt dat wel iets. "De premier moet het serieus nemen en niet vertellen dat het koek en ei is, terwijl de fractievoorzitters andere geluiden horen."

SP, CDA, PVV, D66, ChristenUnie, GroenLinks en SGP eisen deze week nog duidelijkheid van het kabinet.