Huisartsen voelen grotere euthanasie-druk
Artsen voelen een toenemende druk om euthanasie op patiënten uit te voeren. De druk komt van patiënten of van hun familieleden, zei voorzitter Rutger Jan van der Gaag van de artsenorganisatie KNMG in het programma De Ochtend op NPO Radio 1.
Van der Gaag zei dat veel mensen ten onrechte denken dat er een recht op euthanasie bestaat. Hij wees erop dat euthanasie strafbaar is, tenzij aan drie belangrijke voorwaarden wordt voldaan. De voorwaarden zijn dat er een wilsverklaring van de patiënt is en dat een arts ondraaglijk en uitzichtloos lijden constateert waarvoor geen andere oplossing mogelijk is. Bovendien moet het verzoek getoetst worden door een tweede, onafhankelijke arts, een zogenoemde SCEN-arts.
Misverstand
Een wilsverklaring alleen is dus niet voldoende om euthanasie uit te laten voeren, zei Van der Gaag. Hij wees er ook op dat artsen een euthanasieverzoek mogen weigeren. In de praktijk verwijst zo'n arts de patiënt meestal naar een collega.
De meeste van de 455 ondervraagde artsen ervaren de toenemende druk. Daarbij gaat het ook om de emotionele belasting die een euthanasieverzoek met zich meebrengt, nog afgezien van de administratieve belasting.
Van de artsen vindt 70 procent dat ze voldoende kennis en deskundigheid hebben om met de druk om te gaan. Van der Gaag zei voor de overige 30 procent van de huisartsen aanvullende cursussen geregeld moeten worden. Een huisarts krijgt gemiddeld één keer in de twee of drie jaar een euthanasieverzoek voorgelegd.