Oost-Oekraïners gevangen tussen strijdende partijen
Eind september loop ik naast Nadezjda door Chrasjtsjevatoje, vlak bij Loegansk. Haar huis is kapotgeschoten. In de tuin bij de buren staat een tank van het Oekraïense leger, uitgebrand. De geschutskoepel ligt ernaast, als een deksel eraf geblazen.
Van het huis daarnaast staan alleen nog de zwartgeblakerde muren overeind. Twaalf bewoners van deze straat kwamen om toen ze werden geëvacueerd door het Oekraïense leger. De vrachtwagen waarin ze zaten werd beschoten. Niemand overleefde die aanslag.
Nadezjda weet zeker dat het Oekraïense leger verantwoordelijk is voor de bombardementen en voor de dood van haar buren. Schiet het leger dan op de eigen mensen, vraag ik. Het dorp werd toch gecontroleerd door het leger? Ze knikt: "Er vechten aan Oekraïense kant zo veel verschillende vrijwillige bataljons, die weten van elkaar niet waar ze zitten."
Dronken militairen
Een paar dagen later ben ik in Debaltsevo. In de straten lopen Oekraïense militairen. Hun basis ligt aan de rand van de stad. Debaltsevo wordt regelmatig beschoten en ook hier wijzen de inwoners naar het leger. Ze schieten op zichzelf, vraag ik opnieuw. "Ja hoor. Ze zijn allemaal dronken."
In het stadje waren veel militairen inderdaad ladderzat, maar toch. Het is een verbazingwekkende logica waar we tegenaan lopen in de door separatisten gecontroleerde gebieden.
Het regent mortieren vanaf het moment dat het leger de dorpen introk, maar de inwoners laten de gedachte niet toe dat ook de separatisten hun dorpen en straten bombarderen. En ze zeggen het al helemaal niet hardop.
Oorlog
De woede richt zich op Kiev en president Porosjenko die zijn soldaten naar het oosten heeft gestuurd om de orde te herstellen in wat hij eufemistisch een antiterroristische operatie noemt. Het is gewoon oorlog. En ook de separatisten zijn verantwoordelijk voor het kapotschieten van sommige dorpen en steden.
Geïnspireerd door de soepele Russische annexatie van de Krim in maart eisten de pro-Russen in het oosten van Oekraïne ook meer zelfstandigheid. In het voorjaar verschenen in de grote steden als Donetsk en Loegansk ineens getrainde en goed bewapende militairen die gemeentehuizen en politiebureaus innamen.
Na een referendum waaraan uitsluitend de pro-Russen deelnamen, riepen de rebellen de onafhankelijkheid uit. De aanhangers van Kiev hebben de regio grotendeels verlaten. De politie in het oosten was niet in staat het gezag te herstellen en dus stuurde Kiev het leger.
Uitwijken
In mei vertelde chauffeur Sergei mij enthousiast dat hij in het referendum voor afscheiding had gestemd. "Wij zijn Russen en we horen bij Rusland", zei hij. Ik vroeg hem of hij niet bang was dat de zaak nu zou escaleren. Hij keek me aan: "Denk je?".
Precies twee weken later belt hij mij, nadat voor zijn flat dicht bij het vliegveld gevechten waren uitgebroken. Twee dagen later vertelt hij dat hij met een zoon van bijna 2 jaar niet in de stad kan blijven. Met tranen in de ogen zegt hij uit te wijken naar de zee. Na de zomer zal het wel beter gaan.
Een paar maanden later ben ik in zijn flat. Het hoogste punt vlak bij het vliegveld. Een belangrijke post voor de separatisten. Een deel van de woningen is geplunderd, bijna alle deuren opengebroken. Separatisten schieten uit appartementen terwijl er een paar verdiepingen lager nog mensen wonen. Zoals een oude man die mij vertelt dat hij niet weg kan omdat zijn vrouw ziek is. Hij krijgt van niemand hulp. Het gebouw dreunt van de mitrailleur die op de achtste verdieping op het vliegveld schiet. Ondertussen vallen de Oekraïense bommen willekeurig om hem heen als hij op zijn fiets naar de stad gaat om boodschappen te doen.
Naar Rusland
Sergei kan niet meer terug naar huis. Hij zat dit najaar nog in een appartement aan de kust. Hij overwoog naar Rusland te gaan. Honderdduizenden hebben de regio verlaten. De bevolking in het oosten zit gevangen tussen de strijdende partijen. De ramen worden dichtgetimmerd tegen de naderende kou. Kiev betaalt geen uitkeringen en pensioenen meer. Bejaarden en verstandelijk gehandicapten verkommeren in hun instellingen.
Dit najaar rijd ik 's avonds met een collega door de verlaten straten van Donetsk. De miljoenenstad zwijgt. Ik zeg dat je je het toch niet kunt voorstellen dat ze deze stad kapotschieten. Waarop de ervaren oorlogsverslaggever zegt: "Aleppo was ooit ook een mooie stad".